Einde inhoudsopgave
Wegenverkeerswet 1994
Artikel 175 [Strafbedreiging t.z.v. art. 6]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
06-11-2019, Stb. 2019, 413 (uitgifte: 14-11-2019, kamerstukken: 35086)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2019, Stb. 2019, 442 (uitgifte: 03-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht (V)
1.
Overtreding van artikel 6 wordt gestraft met:
- a.
gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
- b.
gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
2.
Indien de schuld bestaat in roekeloosheid, wordt overtreding van artikel 6 gestraft met:
- a.
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood;
- b.
gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht.
Van roekeloosheid is in elk geval sprake als het gedrag tevens als een overtreding van artikel 5a, eerste lid, kan worden aangemerkt.
3.
Indien de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel, gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid, kunnen de in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen met de helft worden verhoogd.