NJB 2014/2283:Verkort vonnis art. 359 lid 3 Sv: met een opgave van de bewijsmiddelen kan slechts worden volstaan indien de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, tenzij sprake is van de aan het slot van die bepaling genoemde gevallen. Of de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend in de zin van genoemde bepaling, is mede afhankelijk van de – in cassatie slechts op zijn begrijpelijkheid te toetsen – uitleg door de feitenrechter van de door de verdachte afgelegde verklaring. Eisen bekennende verklaring inzake overtreding art. 2 Leerplichtwet 1969: in casu geen sprake van duidelijke en ondubbelzinnige bekentenis van het bewezenverklaarde nu de verklaring van verdachte niet inhoudt dat zij erkent dat zij de verplichting had om te zorgen dat haar dochter op een school stond ingeschreven, terwijl zij zich kennelijk beroept op een vrijstelling van deze verplichting op de in art. 5 Leerplichtwet 1969 genoemde grond dat binnen redelijke afstand van de woning geen school is gelegen waarop haar dochter geplaatst zou kunnen worden

NJB 2014/2283

Verkort vonnis art. 359 lid 3 Sv: met een opgave van de bewijsmiddelen kan slechts worden volstaan indien de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, tenzij sprake is van de aan het slot van die bepaling genoemde gevallen. Of de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend in de zin van genoemde bepaling, is mede afhankelijk van de – in cassatie slechts op zijn begrijpelijkheid te toetsen – uitleg door de feitenrechter van de door de verdachte afgelegde verklaring. Eisen bekennende verklaring inzake overtreding art. 2 Leerplichtwet 1969: in casu geen sprake van duidelijke en ondubbelzinnige bekentenis van het bewezenverklaarde nu de verklaring van verdachte niet inhoudt dat zij erkent dat zij de verplichting had om te zorgen dat haar dochter op een school stond ingeschreven, terwijl zij zich kennelijk beroept op een vrijstelling van deze verplichting op de in art. 5 Leerplichtwet 1969 genoemde grond dat binnen redelijke afstand van de woning geen school is gelegen waarop haar dochter geplaatst zou kunnen worden

Documentgegevens:

HR 02-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3478

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 2 december 2014
Magistraten: Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
Zaaknummer: 13/05317
Vakgebied(en): Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Leerlingenzorg / Leerplicht
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2014:3478, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:2214, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑10‑2014
Wetingang: (Sv art. 359 lid 3; Leerplichtwet 1969 art. 2, 5)

Essentie

Verkort vonnis art. 359 lid 3 Sv: met een opgave van de bewijsmiddelen kan slechts worden volstaan indien de verdachte het bewezenverklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, tenzij sprake is van de aan het slot van die bepaling genoemde gevallen. Of de verdachte het bewezenverklaarde heeft bekend in de zin van genoemde bepaling, is mede afhankelijk van de – in cassatie slechts op zijn begrijpelijkheid te toetsen – uitleg door de feitenrechter van de door de verdachte afgelegde verklaring. Eisen bekennende verklaring inzake overtreding art. 2 Leerplichtwet 1969: in casu geen sprake van duidelijke en ondubbelzinnige bekentenis van het bewezenverklaarde nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.