Rb. Overijssel, 18-02-2020, nr. C/08/243752 / FA RK 20-289
ECLI:NL:RBOVE:2020:919
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
18-02-2020
- Zaaknummer
C/08/243752 / FA RK 20-289
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2020:919, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 18‑02‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 18‑02‑2020
Inhoudsindicatie
Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg. Betrokkene niet benadeeld door termijnoverschrijding.
Partij(en)
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Familierecht en Jeugdrecht
Locatie: Almelo
Zaak-/rekestnr.: C/08/243752 / FA RK 20-289
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 18 februari 2020 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WvGGZ), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats]
wonende [woonplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.F. van den Berg te Almelo.
1. Procesverloop
1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 10 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- -
de medische verklaring d.d. 31 januari 2020;
- -
de bevindingen van de geneesheer-directeur d.d. 4 februari 2020;
- -
het zorgplan d.d. 3 februari 2020;
- -
de zorgkaart d.d. 14 januari 2020;
- -
een uittreksel uit het curatele- en bewindregister;
- -
de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet BOPZ en de WvGGZ;
- -
het bericht dat er geen relevante politie en/of strafvorderlijke en justitiële gegeven voor betrokkene zijn.
De rechtbank heeft tevens kennisgenomen van:
de e-mail van de commissiesecretaris BOPZ / WvGGZ van het OM aan de geneesheer-directeur, d.d. 9 februari 2020;
het antwoord van de geneesheer-directeur aan de commissiesecretaris BOPZ/WvGGZ van het OM, d.d. 10 februari 2020.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 februari 2020, in het gebouw van de rechtbank op de locatie Almelo.
1.3
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
mr. Smink, officier van justitie,
betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat,
de moeder van betrokkene,
mevrouw [A] , zorgverantwoordelijke, en
de heer [B] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige.
2. De standpunten
2.1.
De officier van justitie persisteert bij het verzoek en brengt ten aanzien van de termijnen het volgende naar voren. Op 6 januari 2020 heeft het OM een aanvraag tot het voorbereiden van een zorgmachtiging van de geneesheer-directeur ontvangen. Op 7 januari 2020 heeft de officier van justitie A.W. Jansen als geneesheer-directeur van Dimence Groep aangewezen. Uit de stukken blijkt echter dat de Dimence Groep de betrokkene reeds op 2 januari 2020 op de hoogte heeft gebracht van de aanvraag tot het voorbereiden van een zorgmachtiging, terwijl op dat moment deze aanvraag nog niet bij het OM was ingediend. Juridisch gezien is de indieningstermijn door het OM overschreden. De officier van justitie is echter van mening dat de termijnoverschrijding niet met zich meebrengt dat het verzoekschrift niet meer kan worden ingediend. Tevens zou het evenmin in het belang betrokkene zijn om opnieuw de hele voorbereidingsprocedure te doorlopen.
2.2.
De zorgverantwoordelijke bevestigt ter zitting dat betrokkene op 2 januari 2020 door Dimence Groep op de hoogte is gebracht van de aanvraag (tot het voorbereiden) van een zorgmachtiging. Ter toelichting brengt de zorgverantwoordelijke naar voren dat het FACT-team periodiek overleg heeft en dat daarin wordt besproken welke rechterlijke machtigingen verlengd dienen te worden. Vervolgens worden die lijsten aan de administratie doorgegeven, zodat alvast de voorbereidingsprocedure opgestart kan worden. De betrokkene wordt daarvan op de hoogte gesteld.
2.3.
De advocaat van betrokkene heeft laten weten dat betrokkene het eens is met de zorgmachtiging en met de voorwaarden die eraan verbonden zijn. Ten aanzien van de ontvankelijkheid refereert de advocaat van betrokkene aan het oordeel van de rechtbank en verzoekt zij de duur van de termijnoverschrijding, te weten 7 werkdagen, in mindering te brengen op de duur van de machtiging.
3. Beoordeling
De ontvankelijkheid
3.1
Conform artikel 5:16 lid 1 WvGGZ deelt de officier van justitie, na de schriftelijke mededeling, als bedoeld in artikel 5:4 lid 2 sub a WvGGZ, zijn schriftelijke en gemotiveerde beslissing of voldaan is aan de criteria voor verplichte zorg zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken, mee aan betrokkene, de vertegenwoordiger, de advocaat, de geneesheer-directeur, de zorgaanbieder, de zorgverantwoordelijke, alsmede in voorkomend geval aan de aanvrager.
3.2
De rechtbank stelt vast dat de indieningstermijn door het OM is overschreden. Op 7 januari 2020 heeft het OM de geneesheer-directeur aangewezen. Anders dan het OM is de rechtbank van oordeel dat eerst vanaf 7 januari 2020 de termijn als bedoeld in artikel 5:4 lid 2 sub a WvGGZ ingaat. Dat betrokkene eerder op de hoogte is gesteld door de instelling doet daaraan niet af; de termijn van vier weken kan eerst een aanvang nemen op 7 januari 2020.
Nu het verzoek is ingediend op 10 februari 2020, zijnde meer dan vier weken na de aanwijzing van een geneesheer-directeur en het informeren van betrokkene, is het verzoek met overschrijding van de termijn als bedoeld in artikel 5:16 lid 1 WvGGZ ingediend. De advocaat van betrokkene heeft ter zitting laten weten dat zij zich ten aanzien van de ontvankelijkheid refereert aan het oordeel van de rechtbank en heeft verzocht de duur van de termijnoverschrijding, te weten 7 werkdagen, in mindering te brengen op de duur van de machtiging.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene niet benadeeld is door de termijnoverschrijding en zal daarom het verzoek van de advocaat om de duur van de termijnoverschrijding in mindering te brengen op de duur van de machtiging, verwerpen.
De inhoudelijke beoordeling
3.3
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middel gerelateerde en verslavingsstoornissen.
3.4
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in maatschappelijke teloorgang, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept.
3.5
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene zorg nodig.
3.6
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaan uit:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van de psychische stoornis;
beperken van de bewegingsvrijheid;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen; en
opnemen in een accommodatie.
3.7
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.8
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.9
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden, en geldt aldus tot en met 18 augustus 2020.
4. Beslissing
De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] , [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van de psychische stoornis;
beperken van de bewegingsvrijheid;
uitoefenen van toezicht op betrokkene;
controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen; en
opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 18 augustus 2020.
Deze beschikking is op 18 februari 2020 mondeling gegeven door mr. W.M.B. Elferink, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door A.S. Özsüren als griffier, en op 24 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.