RvdW 2020/90
Caribische zaak. Prejudiciële beslissing. IPR. Nationaliteitsrecht. Verzoek vaststelling Nederlanderschap van buiten echt geboren, door verwekker in buitenland erkend kind; erkenning in Curaçao van buitenlandse erkenning?; openbare orde. Strijd ongeclausuleerd erkenningsverbod art. 330 lid 1 onder b BWNA (oud) met art. 8 EVRM. Verkrijging Nederlanderschap o.g.v. bezit van staat, bekrachtiging erkenning, dan wel wettiging? Betekenis Unierecht voor verkrijging van Nederlanderschap (HvJ EU 12 maart 2019, C-221/17)?
HR 20-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:2036
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 december 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
19/02852
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS181498:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:2036, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2019
- Wetingang
Essentie
Caribische zaak. Prejudiciële beslissing. IPR. Nationaliteitsrecht. Verzoek vaststelling Nederlanderschap van buiten echt geboren, door verwekker in buitenland erkend kind; erkenning in Curaçao van buitenlandse erkenning?; openbare orde. Strijd ongeclausuleerd erkenningsverbod art. 330 lid 1 onder b BWNA (oud) met art. 8 EVRM. Verkrijging Nederlanderschap o.g.v. bezit van staat, bekrachtiging erkenning, dan wel wettiging? Betekenis Unierecht voor verkrijging van Nederlanderschap (HvJ EU 12 maart 2019, C-221/17)?
Samenvatting
Het ongeschreven internationaal privaatrecht van Curaçao en Aruba komt overeen met art. 10:100 en 10:101 BW en moet op dezelfde wijze worden uitgelegd. Dit strookt met het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.