V-N 2019/23.7
Inwoner Nederland met mini-job in Duitsland heeft volgens A-G HvJ EU recht op AOW en AKW
HvJ EU 26-03-2019, ECLI:EU:C:2019:252, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws (Van den Berg en Giesen)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
26 maart 2019
- Zaaknummer
C-95/18
C-96/18
- Conclusie
E. Sharpston
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Roepnaam
Van den Berg en Giesen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS50543:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Inbreuk op het gemeenschapsrecht
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2019:767, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 19‑09‑2019
ECLI:EU:C:2019:252, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie, 26‑03‑2019
- Wetingang
art. 6a lid b AOW; art. 12 Bub 1999; art. 45 en 48 VWEU; art. 13 lid 1 en 2 onderdeel a en art. 17 Verordening (EEG) nr. 1408/71; art. 11 lid 1 en 3 onderdeel a en art. 16 Verordening (EEG) nr. 883/2004
Essentie
Advocaat-generaal Sharpston concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat migrerende werknemers die in mini-jobs in Duitsland werken geen recht hebben op Nederlands ouderdomspensioen of Nederlandse gezinsbijslagen.
Samenvatting
Mevrouw Franzen, mevrouw Giesen en de heer Van den Berg hebben de Nederlandse nationaliteit en wonen in Nederland. Sinds 1 januari 2001 werkt mevrouw Franzen, via een zogenoemde ‘mini-job’, in Duitsland. In Duitsland bestaat dan geen recht op Kindergeld of opbouw van een ouderdomspensioen. Volgens de Svb is Franzen alleen in Duitsland verzekerd, zodat zij geen recht op kinderbijslag heeft en geen AOW opbouwt. Om die reden heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.