Richtlijn 1999/101/EG tot aanpassing aan de technische vooruitgang van Richtlijn 70/157/EEG van de Raad betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 17-01-2000
- Bronpublicatie:
15-12-1999, PbEG 1999, L 334 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: 1999/101/EG)
- Inwerkingtreding
17-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-1999, PbEG 1999, L 334 (uitgifte: 01-01-1999, regelingnummer: 1999/101/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Met ingang van 1 april 2000 mogen de lidstaten, om redenen die verband houden met hœt toegestane geluidsniveau of de uitlaatinrichting,
- —
een EG-typegoedkeuring of nationale typegoedkeuring voor een type voertuig of een type uitlaatinrichting niet weigeren,
of
- —
de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van voertuigen, dan wel de verkoop of de inbedrijfstelling van uitlaatinrichtingen niet verbieden
indien de voertuigen of uitlaatinrichtingen aan de eisen voldoen van Richtlijn 70/157/EEG, zoals bij deze richtlijn gewijzigd.
2.
Met ingang van 1 oktober 2000:
- —
mogen de lidstaten geen EG-typegoedkeuring meer verlenen,
en
- —
moeten zij een nationale typegoedkeuring weigeren
voor een type voertuig, indien niet aan de eisen van Richtlijn 70/157/EEG, zoals bij deze richtlijn gewijzigd, is voldaan.
3.
Onverminderd lid 2 blijven de lidstaten, wat reserveonderdelen betreft, de EG-typegoedkeuring verlenen en de verkoop of de inbedrijfstelling van uitlaatinrichtingen toestaan in overeenstemming met vorige versies van Richtlijn 70/157/EEG, op voorwaarde dat deze uitlaatinrichtingen:
- —
bestemd zijn om op reeds in gebruik zijnde voertuigen te worden gemonteerd,
en
- —
voldoen aan de eisen van deze richtlijn die van toepassing waren toen de voertuigen voor het eerst werden geregistreerd.