Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.2.55
Geldend
Geldend vanaf 23-07-2022
- Bronpublicatie:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Inwerkingtreding
23-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2022, Stcrt. 2022, 18453 (uitgifte: 22-07-2022, regelingnummer: WJZ/ 22162633)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
De producentenorganisatie berekent en onderbouwt de loonkosten, bedoeld in artikel 5.2.52, onderdeel a, van de subsidiabele activiteiten aan de hand van uurtarieven op basis van het jaarsalaris van de desbetreffende medewerkers.
2.
In het uurtarief, bedoeld in het eerste lid, kan worden opgenomen:
- a.
het contractueel of bij CAO overeengekomen brutoloon;
- b.
een bij contract of CAO overeengekomen niet winstafhankelijke dertiende maand;
- c.
een onregelmatigheidstoeslag;
- d.
een ploegentoeslag;
- e.
het werkgeversdeel sociale verzekeringswetten;
- f.
de voor rekening van de werkgever komende kosten voor de ziektekostenverzekering;
- g.
het werkgeversdeel pensioen en vervroegde uittreding; of
- h.
dotaties aan pensioenvoorzieningen voor zover onderbouwd kan worden dat hier rechtens afdwingbare verplichtingen tegenover staan.
3.
Ten behoeve van de berekening van het uurtarief wordt:
- a.
overeenkomstig artikel 23, eerste lid, vierde alinea, van verordening 2022/126 het jaarsalaris gedeeld door 1.720 uren; of
- b.
in geval van een niet volledig gewerkt jaar of medewerkers die werkzaam zijn in deeltijd het in onderdeel a genoemde aantal van 1.720 uren naar rato toegepast.
4.
Overwerktoeslagen worden niet het in het uurtarief opgenomen.