Regeling grenswaarde VCM-luchtemissies s-PVC-inrichtingen milieubeheer
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 20-07-2000
- Bronpublicatie:
07-07-2000, Stcrt. 2000, 136 (uitgifte: 18-07-2000, regelingnummer: MJZ2000076347)
- Inwerkingtreding
20-07-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2000, Stcrt. 2000, 136 (uitgifte: 18-07-2000, regelingnummer: MJZ2000076347)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Milieu
1.
Degene die een VCM-inrichting drijft, draagt er zorg voor dat monsters van emissies van VCM op een zodanige wijze genomen worden dat deze representatief zijn voor de emissie gedurende een periode van één uur.
2.
De analysefrequentie van emissies van VCM wordt bepaald door het bevoegd gezag. Hierbij wordt rekening gehouden met de resultaten van de bemonstering, meting en analyse van emissies van VCM.
3.
Degene die een VCM-inrichting drijft, draagt er zorg voor dat de te gebruiken analysemethode van VCM gaschromatografie of een gelijkwaardige methode is.
4.
Degene die een VCM-inrichting drijft, draagt er zorg voor dat diffuse emissies gekwantificeerd worden door middel van de tracergasmethode of een gelijkwaardige methode.