Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 111 [Schadevergoeding bij benadeling gemeenschap]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2012
- Redactionele toelichting
Op een gemeenschap van goederen, ontstaan vóór de inwerkingtreding van deze wijziging, blijft het recht van toepassing zoals dat gold onmiddellijk voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijziging.
- Bronpublicatie:
27-10-2011, Stb. 2011, 505 (uitgifte: 08-11-2011, kamerstukken: 32870)
18-04-2011, Stb. 2011, 205 (uitgifte: 10-05-2011, kamerstukken: 28867)
- Inwerkingtreding
01-01-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-11-2011, Stb. 2011, 532 (uitgifte: 18-11-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-06-2011, Stb. 2011, 335 (uitgifte: 05-07-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
1.
Indien de echtgenoot tegen wie het verzoek is toegewezen, de gemeenschap heeft benadeeld doordat hij na de aanvang van het geding of binnen zes maanden daarvóór lichtvaardig schulden heeft gemaakt, goederen der gemeenschap heeft verspild, of een rechtshandeling als bedoeld in artikel 88 van dit boek zonder de vereiste toestemming of beslissing van de rechtbank heeft verricht, is hij gehouden de aangerichte schade aan de gemeenschap te vergoeden.
2.
Een op het vorige lid gegronde vordering kan niet later worden ingesteld dan drie jaren nadat het verzoek tot opheffing van de gemeenschap bij de rechtbank is ingediend.