NJB 2017/2343

Bij verstekarrest van 31 oktober 2000 is Irak veroordeeld tot betaling van ruim NLG 6 miljoen. Irak vordert schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekarrest en een verbod om het verstekarrest ten uitvoer te leggen. Verband met HR 9 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2832. Hoge Raad: 1. Immuniteit van jurisdictie. Ambtshalve toets. Rechterlijk overgangsrecht. Indien geen voor Nederland verbindende verdragsregeling van toepassing is, bepaalt het Nederlandse recht op welke wijze de Nederlandse rechter toepassing moet geven aan het recht op immuniteit van jurisdictie. Ten tijde van het uitspreken van het verstekarrest was de Nederlandse rechter niet verplicht om ambtshalve te onderzoeken of de omstandigheden van het geval een beroep op immuniteit van jurisdictie rechtvaardigden. De Hoge Raad komt in zoverre terug van zijn eerdere rechtspraak, dat de Nederlandse rechter thans ambtshalve onderzoek dient te verrichten naar de immuniteit van jurisdictie van een niet in rechte verschijnende vreemde staat, dan wel internationale organisatie. De thans aanvaarde verplichting is slechts van toepassing in zaken die na 1 januari 2018 aanhangig worden gemaakt. 2. Immuniteit van executie. Goederen met publieke doeleinden. Irak kan een beroep doen op immuniteit van executie voor zover zijn schuldeiser verhaal wil nemen op goederen die worden gebruikt of zijn bestemd voor publieke doeleinden. Dit zal voor ieder vermogensbestanddeel afzonderlijk moeten worden bepaald