Einde inhoudsopgave
Verordening op de advocatuur
Artikel 2.36g Verplichtingen en toestemming
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2017
- Bronpublicatie:
19-04-2017, Stcrt. 2017, 29174 (uitgifte: 02-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2017, Stcrt. 2017, 29174 (uitgifte: 02-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
1.
De algemene raad kan de subsidie-ontvanger de verplichtingen genoemd in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht opleggen.
2.
De algemene raad kan de subsidie-ontvanger de verplichting opleggen van voorafgaande toestemming voor handelingen als genoemd in artikel 4:71, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
3.
Onverminderd het eerste en tweede lid kan de algemene raad verplichtingen opleggen met betrekking tot:
- a.
het aangaan van verplichtingen met een looptijd langer dan één jaar;
- b.
het verhogen van de personeelsformatie van de subsidieontvanger;
- c.
het uitputten en onderling aanvullen van begrotingsposten;
- d.
de maximale grootte en jaarlijkse toename van de egalisatiereserve;
- e.
de berekening van uurtarieven, de gebruikmaking van kostenbegrippen en productienormen;
- f.
de aan de subsidie gekoppelde productie gedurende een kalenderjaar;
- g.
de wijze waarop het betalingsverkeer en de autorisatie van een betaling plaatsvindt;