Einde inhoudsopgave
Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken
Artikel 39 [Algemene verbodsbepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
03-12-2014, Stb. 2014, 481 (uitgifte: 10-12-2014, kamerstukken: 33950)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-12-2014, Stb. 2014, 481 (uitgifte: 10-12-2014, kamerstukken: 33950)
- Vakgebied(en)
Accijns en verbruiksbelastingen (V)
1.
Het is verboden:
- a.
anders dan als particulier voor eigen verbruik, alcoholvrije dranken te vervaardigen buiten een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen, tenzij deze vervaardiging plaatsvindt overeenkomstig de ingevolge artikel 29 bij algemene maatregel van bestuur gestelde voorwaarden en beperkingen, dan wel alcoholvrije dranken worden vervaardigd uit andere alcoholvrije dranken en het bedrag van de belasting die eerstbedoelde alcoholvrije dranken vertegenwoordigen niet hoger is dan het bedrag van de belasting dat de alcoholvrije dranken vertegenwoordigen waaruit zij zijn vervaardigd;
- b.
alcoholvrije dranken voorhanden te hebben die niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing zijn betrokken, met uitzondering van alcoholvrije dranken die door particulieren voor eigen verbruik zijn betrokken uit een andere lidstaat.
2.
Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing indien buiten een inrichting die voor dat soort goed als zodanig is aangewezen, vruchten- of groentesap wordt vervaardigd tot een hoeveelheid van 12.000 liter per kalenderjaar dan wel gedurende ten hoogste twee achtereenvolgende kalenderjaren een hoeveelheid van meer dan 12.000 liter per kalenderjaar.