Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet
Artikel 26
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 521 (uitgifte: 30-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 520 (uitgifte: 30-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de wet van 18-12-2019, Stb. 520.
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
1.
De landbouwer verstrekt elk kalenderjaar aan Onze Minister gegevens met betrekking tot:
- a.
de op 15 mei van het desbetreffende kalenderjaar beteelde of te betelen oppervlakte van de percelen landbouwgrond, onderscheiden naar gewas en topografische ligging van deze percelen;
- b.
de na 15 mei van het desbetreffende kalenderjaar met een volggewas te betelen oppervlakte van de percelen landbouwgrond, onderscheiden naar gewas en topografische ligging van deze percelen; en
- c.
de oppervlakte en de ligging van in het buitenland gelegen percelen die in het desbetreffende kalenderjaar bij het bedrijf in gebruik zijn.
2.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over:
- a.
de gegevens die ingevolge het eerste lid worden verstrekt, de wijze waarop en de uiterlijke datum waarop deze gegevens worden verstrekt en de termijn waarbinnen wijzigingen in deze gegevens worden doorgegeven; en
- b.
de overige te verstrekken gegevens, de wijze waarop en de uiterlijke datum waarop deze gegevens worden verstrekt en de termijn waarbinnen wijzigingen in deze gegevens worden doorgegeven.
3.
Bij ministeriële regeling kan, in zoverre in afwijking van het eerste lid en van de artikelen 22, 23, eerste lid, 24, en 25a, indien de weersomstandigheden of de bodemgesteldheid hiertoe aanleiding geven, een latere datum dan 15 mei worden vastgesteld.