HR, 22-02-2005, nr. 01331/04 E
ECLI:NL:HR:2005:AR8923
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22-02-2005
- Zaaknummer
01331/04 E
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2005:AR8923, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2005; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AR8923
Uitspraak 22‑02‑2005
Inhoudsindicatie
Economische zaak. Opzettelijk zonder vergunning veranderen van door BV gedreven inrichting, art. 8.1.1.b Wet milieubeheer. 1. Mocht Hof door OM ingesteld rechtsmiddel (h.b. tegen ontnemingszaak) converteren in juist rechtsmiddel (h.b. tegen strafzaak)? 2. Beroep op afwezigheid van alle schuld. 3. Beroep op overmacht op de grond dat verdachte geen normadressaat is van verbod om zonder vergunning inrichting te veranderen. 4. Bewijsklacht voorwaardelijk opzet. HR: art. 81.1 RO.
22 februari 2005
Strafkamer
nr. 01331/04 E
AGJ/SM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 20 januari 2004, nummer 20/001326-02, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , gevestigd te [vestigingsplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep - met vernietiging van een vonnis van de Economische Politierechter in de Rechtbank te Breda van 25 februari 2002 - de verdachte ter zake van "overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 8.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, begaan door een rechtspersoon" veroordeeld tot een geldboete van € 25.000,--.
2. Geding in cassatie
2.1. Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.B. Milo, advocaat te Tilburg, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen.
2.2. De Hoge Raad heeft kennis genomen van het schriftelijk commentaar van de raadsman op de conclusie van de Advocaat-Generaal.
3. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Slotsom
Nu geen van de middelen tot cassatie kan leiden, terwijl de Hoge Raad ook geen grond aanwezig oordeelt waarop de bestreden uitspraak ambtshalve zou behoren te worden vernietigd, moet het beroep worden verworpen.
5. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president C.J.G. Bleichrodt als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema en A.J.A. van Dorst, in bijzijn van de waarnemend-griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 22 februari 2005.