Einde inhoudsopgave
Besluit jaarrekening banken
Artikel 7 [Voorwaardelijke schulden]
Geldend
Geldend vanaf 28-05-1993
- Bronpublicatie:
10-05-1993, Stb. 1993, 259 (uitgifte: 27-05-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-05-1993
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-1993, Stb. 1993, 258 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Jaarrekeningenrecht
1.
De buiten de balanstelling op te nemen voorwaardelijke schulden worden onderscheiden naar voorwaardelijke schulden uit hoofde van
- a.
verdisconteerde wissels;
- b.
aansprakelijkstellingen en gestelde zekerheden voor schulden van anderen;
- c.
onherroepelijke accreditieven en overige voorwaardelijke schulden.
2.
Onder de buiten de balanstelling op te nemen onherroepelijke toezeggingen die tot een kredietrisico kunnen leiden, wordt het bedrag opgenomen van de nog niet uitgeoefende opties tot teruglevering van door de bank verkochte activa.
3.
Tenzij de in de leden 1 en 2 onderscheiden groepen van voorwaardelijke schulden onderscheidenlijk toezeggingen van ondergeschikte betekenis zijn op het geheel van de schulden, worden voor elke van de onderscheiden groepen de aard en de omvang toegelicht.