Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1931/2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst
Artikel 9 Voorwaarden voor de afgifte
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2007
- Redactionele toelichting
Deze Verordening is gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2007, L 29).
- Bronpublicatie:
20-12-2006, PbEU 2006, L 405 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1931/2006)
- Inwerkingtreding
19-01-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2006, PbEU 2006, L 405 (uitgifte: 30-12-2006, regelingnummer: 1931/2006)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
De vergunning voor klein grensverkeer kan worden afgegeven aan grensbewoners die:
- a)
in het bezit zijn van een geldig reisdocument of geldige documenten op grond waarvan zij de buitengrenzen mogen overschrijden zoals geregeld in artikel 17, lid 3, onder a), van de Schengenuitvoeringsovereenkomst;
- b)
documenten overleggen ter staving van hun status van grensbewoner en kunnen aantonen dat zij gegronde redenen hebben om krachtens de regeling inzake klein grensverkeer de landbuitengrens frequent te overschrijden;
- c)
niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan in het SIS;
- d)
niet worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de binnenlandse veiligheid, de volksgezondheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten en in het bijzonder dat zij niet om dezelfde redenen ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan in de nationale gegevensbanken van de lidstaten.