NJB 2014/268
Redelijke toepassing van het relativiteitsvereiste als vervat in art. 8:69a Awb brengt met zich dat belanghebbenden die zich niet kunnen beroepen op de normen van de Flora- en faunawet omdat die normen kennelijk niet strekken tot bescherming van hun belangen, zich evenmin op die normen kunnen beroepen ten betoge dat het bestemmingsplan niet uitvoerbaar is
ABRvS 15-01-2014, ECLI:NL:RVS:2014:75
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
15 januari 2014
- Magistraten
Mrs. Van Sloten, Wiebenga, Slump
- Zaaknummer
201306580/1/R6
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Ruimtelijke ordening / Rijksbeleid
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:75, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 15‑01‑2014
- Wetingang
(Awb art. 8:69a; WRO art. 3.1)
Essentie
Redelijke toepassing van het relativiteitsvereiste als vervat in art. 8:69a Awb brengt met zich dat belanghebbenden die zich niet kunnen beroepen op de normen van de Flora- en faunawet omdat die normen kennelijk niet strekken tot bescherming van hun belangen, zich evenmin op die normen kunnen beroepen ten betoge dat het bestemmingsplan niet uitvoerbaar is
Partij(en)
Uitspraak in het geding tussen: 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Flamco IMZ B.V. (hierna: Flamco), gevestigd te Zutphen, 2. [appellant sub 2], handelend onder de naam [bedrijf], wonend te Zutphen, en de raad van de gemeente Zutphen, verweerder.