RvdW 2019/1195
Diefstal, art. 310 Sr. Aanhoudingsverzoek gemachtigde raadsman op de grond dat verdachte vermoedelijk (als ongewenste vreemdeling) is uitgezet, door hof afgewezen omdat verdachte contact had kunnen opnemen met zijn raadsman en onvoldoende aanknopingspunten bestaan dat verdachte van zijn aanwezigheidsrecht gebruik had willen maken. Nu hof niet heeft geoordeeld dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid dat verdachte vermoedelijk is uitgezet, niet aannemelijk is, had hof bij zijn beslissing op verzoek tot aanhouding in zijn motivering blijk moeten geven van vereiste belangenafweging. Beslissing niet toereikend gemotiveerd.
HR 12-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1737
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 november 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/02967
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1737, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:945, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2019
Essentie
Diefstal, art. 310 Sr. Aanhoudingsverzoek gemachtigde raadsman op de grond dat verdachte vermoedelijk (als ongewenste vreemdeling) is uitgezet, door hof afgewezen omdat verdachte contact had kunnen opnemen met zijn raadsman en onvoldoende aanknopingspunten bestaan dat verdachte van zijn aanwezigheidsrecht gebruik had willen maken. Nu hof niet heeft geoordeeld dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid dat verdachte vermoedelijk is uitgezet, niet aannemelijk is, had hof bij zijn beslissing op verzoek tot aanhouding in zijn motivering blijk moeten geven van vereiste belangenafweging. Beslissing niet toereikend gemotiveerd.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/02967
Datum ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.