Door partijen is geen vertaling overgelegd.
Rb. Den Haag, 21-07-2014, nr. 464310 KG ZA 14-461
ECLI:NL:RBDHA:2014:9894
- Instantie
Rechtbank Den Haag
- Datum
21-07-2014
- Zaaknummer
464310 KG ZA 14-461
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBDHA:2014:9894, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 21‑07‑2014
Uitspraak 21‑07‑2014
Inhoudsindicatie
Octrooigeschil EP 1 396 170, telecommunicatie, servicenetwerk, geen inbreuk op geoctrooieerde werkwijze in Nederland.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK DEN HAAG
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/464310 / KG ZA 14-461
Vonnis in kort geding van 21 juli 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ARGUS IP MANAGEMENT B.V.,
gevestigd te Hillegom,
eiseres,
advocaat: mr. A. van de Graaf te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
VOXBONE N.V.,
gevestigd te Brussel, België,
gedaagde,
advocaten: mr. B.J. van den Broek en mr. G. Theuws te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Argus en Voxbone genoemd worden. Argus is voorts bijgestaan door ir. F. Hoeben, octrooigemachtigde.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 23 april 2014 met 12 producties;
- de op 26 mei 2014 ontvangen akte houdende overlegging producties van Voxbone, met producties 1 tot en met 12;
- de op 10 juni 2014 ontvangen akte uitlating producties, tevens akte van overlegging aanvullende producties en wijziging van eis in kort geding van Argus, met producties 13 tot en met 16;
- de op 23 juni 2014 ontvangen antwoordakte tevens houdende exceptie van onbevoegdheid van Voxbone;
- de op 26 juni 2014 ontvangen productie 17 (een kostenopgave) van Argus;
- de op 27 juni 2014 ontvangen kostenspecificatie van Voxbone;
- de mondelinge behandeling, gehouden op 30 juni 2014, ter gelegenheid waarvan de raadslieden pleitnota’s hebben overgelegd, die in het geval van Voxbone vergezeld gingen van een aantal afbeeldingen en een claimchart.
1.2.
Argus heeft bezwaar gemaakt tegen de producties 1 tot en met 12 van Voxbone omdat aanvankelijk een toelichting op die producties ontbrak, hoewel dit wel is voorgeschreven in het door de voorzieningenrechter toepasselijk verklaarde VRO-regelement. Argus heeft gesteld hierdoor in de voorbereiding van de mondelinge behandeling onnodig benadeeld te zijn. Ook tegen de door Voxbone toegestuurde nietigheidsdagvaarding in de bodemprocedure heeft zij bezwaar gemaakt, omdat zij die pas kort voor de zitting had ontvangen.
1.3.
Na Voxbone gelegenheid te hebben gegeven op de bezwaren te reageren, heeft de voorzieningenrechter ter zitting beslist dat de producties 1-12 worden toegelaten, maar dat er, bij beoordeling of Argus voldoende gelegenheid heeft gehad te reageren op aangevoerde verweren, ten nadele van Voxbone rekening mee wordt gehouden dat de toelichting aanvankelijk ontbrak en pas in de hiervoor vermelde antwoordakte werd gegeven. De door Voxbone overgelegde dagvaarding in de bodemprocedure is geweigerd omdat deze te laat is overgelegd.
1.4.
Vonnis is bepaald op heden.
2. De feiten
2.1.
Marchfun International N.V., een op Curaçao gevestigde vennootschap (hierna: Marchfun), is houdster van Europees octrooi EP 1 396 170 B1 (hierna ook: EP 139) voor een “Service network”, verleend op 10 maart 2010 op een aanvrage van 29 mei 2002 met een beroep op het prioriteitsdocument NL 1 018 165 en de prioriteitsdatum 29 mei 2001. EP 139 is verleend voor onder meer Nederland. Marchfun heeft aan Argus een licentie onder het octrooi verstrekt.
2.2.
EP 139 heeft twee onafhankelijke conclusies, waarvan er één ziet op een werkwijze (conclusie 1) en één op een voortbrengsel (conclusie 17). De conclusies 2 tot en met 16 zijn werkwijzeconclusies afhankelijk van conclusie 1, conclusies 18 tot en met 27 zijn voortbrengselconclusies afhankelijk van conclusie 17. De oorspronkelijke Engelse tekst1.van conclusies 1 en 17 van EP 139 luidt als volgt.
1. Method for transfer of voice data or data of users of a service network (10) for the purpose of communication over mobile networks (16), comprising the steps of:
- storing data about mobile devices (56) of users and/or data about users in one or more first data files (11) of the service network (10);
- transfer coordinated by the service network (10) and/or by the service network itself of voice data or data which users wish to have transferred and/or data used to route and/or store the data;
- providing the capability for several mobile networks (16) to provide mobile network facilities for connecting the mobile devices of the users to the first service network (10), characterized in that:
- each of the mobile devices, when connected to a mobile network, is connected to the mobile network as a local device in said mobile network, and that
- the service network is arranged at a higher hierarchical level in the topology of networks and that the mobile device of the users gains access to the hierarchically higher service network via one of the mobile networks regardless of the coverage area in which the user is situated.
17. System for transferring (voice) data of users of a service network (10), comprising:
- the service network (10) comprising one or more databanks (11) for storing data about mobile devices (56) of users and/or about users, and means (15) for coordinating and/or transferring (voice) data which users wish to have transferred and/or data used to route and/or store the data, and
- several mobile networks (16) for connecting each mobile device of the subscribers to the service network, characterized in that:
- each of the mobile devices, when connected to a mobile network, is connected to the mobile network as a local device in said mobile network, and that
- the service network is arranged at a higher hierarchical level in the topology of networks and that the mobile device of the users gains access to the hierarchically higher service network via one of the mobile networks regardless of the coverage area in which the user is situated.
2.3.
De beschrijving van EP 139 omvat ter toelichting van de uitvinding de volgende passages.
[0001] Users of mobile communication make use of the services of a mobile telephone network such as a GSM network. In addition to the use of the services of the network in question, these GSM networks also offer users the option of making use of services of other networks. In this case user data and telephony data are transferred from the one mobile network to the other mobile network. This however requires that all telephony networks making mutual use of each other’s services must make provisions for this purpose. This is time-consuming and costly for the users of the networks.
[...]
[0004] In order to obviate such drawbacks the present invention provides a method for transfer of voice data or data of users of a service network according to claim 1.
[0005] An advantage of this method is that subscribers to the service network gain access to the service network via a mobile network wherein it is not important in which coverage area a subscriber is situated. Direct use is not made of one specific network but of the service network. It is hereby no longer necessary to depend on mutual network connections between separate mobile telephony providers. […]
[...]
[0008] By providing data files in the mobile networks for signing mobile devices of users on to mobile networks with the identification data of the mobile devices of network users and/or for network users, it becomes very simple to sign users on to a mobile network as local users. The advantage of signing users on to a mobile network as local users is that it is not necessary to use a data file for visiting users (VLR). The use of such a file would result in the mobile network wanting to forward data concerning such use to an [sic] mobile network at equivalent level in the usual manner. It is however the intention that data relating to use of the network by a subscriber to the service network be forwarded to the service network. By embodying this in the form of data files forming part of the local user file of a mobile network, the user becomes a local user and no contact is therefore sought with other mobile networks.
[...]
[0019] (...) figure 1 is a diagram of a topology of an embodiment according to the present invention; figure 2 is a diagram of an aspect of a preferred embodiment according to the present invention; (...)
[...]
[0023] According to an embodiment the users of network 10 are provided with physical access to the network via mobile telephony networks 16. According to the present invention they are herein subscribers to network 10 and they are recognized by network 16 as local users or subscribers. According to the prior art users are subscribers to one mobile telephony network. By means of roaming they can herein also make use of mobile telephony networks other than their own. The networks are herein at the same hierarchical level, wherein the networks grant access to each other’s users. [...]
[0024] According to the present invention the subscribers of the first data and/or telephony network 10 are connected as local users to mobile telephony network 16. Use data relating to the subscribers is herein transferred to the central data files 11. A subscriber is therefore not a home user of only one mobile network 16 but is recognized by all associated mobile telephony networks 16 as being a home user, wherein the data of these home users
is transferred to the first data and/or telephony network 10. It hereby becomes possible to establish both national and international connections by means of the service network, wherein roaming according to the prior art is therefore no longer necessary.
[...]
[0026] Figure 2 shows the situation in which the mobile networks 16 are provided with data files, software and processing capacity for the purpose of registering as local users the subscribers to the first data and/or telephony network (coordinating network). Data file 30 of the coordinating network herein comprises two data files as already usual in the prior art in GSM networks [...] At central level of the coordinating network this data file 30, among other things, keeps track of where the subscriber is located in similar manner as formerly in a GSM network.
2.4.
Bij EP 139 horen onder meer de volgende afbeeldingen.
2.5.
Voxbone biedt diensten aan op het gebied van telecommunicatie. Voxbone verschaft aan klanten nationale telefoonnummers waarop derden kunnen inbellen. Wanneer een derde belt naar het aan de klant uitgegeven telefoonnummer, wordt het gesprek met gebruik van VoIP (Voice over Internet Protocol) technologie naar de klant gestuurd.
2.6.
Op haar website geeft Voxbone de hieronder afgebeelde informatie over haar diensten.
2.7.
Bij brief van 15 november 2013 heeft Argus Voxbone gesommeerd inbreuk op (onder andere) EP 139 te staken. Voxbone heeft de inbreuk in haar brieven aan Argus van 29 november 2013 en 24 december 2013 bestreden.
3. Het geschil
3.1.
Argus vordert na wijziging van eis – samengevat – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Voxbone veroordeelt:
met onmiddellijke ingang in en via Nederland te staken en gestaakt te (doen) houden iedere inbreuk op de geoctrooieerde werkwijze zoals vervat in EP1396170 B1 door het aanbieden van haar netwerk en services alsmede het uit de voornoemde inbreuk volgend onrechtmatige handelen jegens Argus, en in het bijzonder te verbieden de geoctrooieerde werkwijze van Argus in of voor zijn bedrijf toe te passen of het voortbrengsel, dat rechtstreeks verkregen is door toepassing van die werkwijze, in of voor zijn bedrijf te gebruiken, in het verkeer te brengen of verder te verkopen, te verhuren, af te leveren of anderszins te verhandelen, dan wel voor een of ander aan te bieden, in te voeren of in voorraad te hebben op straffe van een direct opeisbare dwangsom van € 100.000 voor elke overtreding en voor elke dag dat deze overtreding voortduurt.
alsmede Voxbone beveelt een door een registeraccountant geaccordeerde opgave te doen van gegevens van niet-particuliere gebruikers van het netwerk van Voxbone, van tussenpersonen, prijzen en winst, en van gegevens met betrekking tot technische aspecten van het netwerk van Voxbone, een en ander op straffe van een dwangsom, met bepaling van een termijn als bedoeld in artikel 1019i van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) en met veroordeling van Voxbone in de overeenkomstig artikel 1019h Rv te begroten proceskosten. Aan het aanvankelijk in de dagvaarding geformuleerde verbod heeft Argus toegevoegd 'en via', zoals hiervoor onderstreept is weergegeven.
3.2.
Argus legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Voxbone directe inbreuk maakt op, naar de voorzieningenrechter begrijpt, conclusies 1 tot en met 6 en indirecte inbreuk op conclusie 17. Argus baseert haar bevoegdheid om in dit kort geding op te treden op de licentieovereenkomst met Marchfun die naar zij stelt een volmacht inhoudt om het octrooi tegen derden te handhaven.
3.3.
Voxbone voert gemotiveerd verweer. Zij heeft naar voren gebracht dat Argus niet bevoegd is de vorderingen in te stellen, nu zij geen deugdelijke procesvolmacht van de octrooihouder heeft verkregen. Daarnaast stelt Voxbone dat de voorzieningenrechter (deels) onbevoegdheid is van de vorderingen kennis te nemen en dat Argus onvoldoende (spoedeisend) belang heeft bij haar vorderingen.
3.4.
Tevens vallen volgens Voxbone haar diensten niet onder de beschermingsomvang van EP 139. Voxbone heeft met verwijzing naar onderstaande schematische weergave benadrukt dat zij slechts voice-inbound diensten verschaft, waarbij zij inkomende gesprekken op de door haar aan de klant ter beschikking gestelde telefoonnummers doorgeleid naar het door de klant opgegeven IP-adres. De derde die het nummer belt gebruikt daarvoor volgens Voxbone het reguliere (mobiele) netwerk. Het gesprek wordt via het publieke netwerk doorgeleid aan zogenaamde SuperPops van Voxbone, al dan niet via zogenaamde CollectPops. De Superpops en CollectPops van Voxbone bevinden zich alle buiten Nederland. Roaming (het gebruik door een mobiele beller van een mobiel gastnetwerk wanneer de gebruiker zich bevindt buiten het dekkingsgebied van het thuisnetwerk) en de daarmee samenhangende hoge kosten wordt daarmee, anders dan in het systeem volgens EP 139, naar Voxbone stelt niet voorkomen.
3.5.
Voxbone meent voorts de EP 139 nieuw noch inventief is, zodat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi in de inmiddels aanhangig gemaakte nietigheidsprocedure zal worden vernietigd.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Bevoegdheid
4.1.
Voxbone heeft zich in haar antwoordakte beroepen op de onbevoegdheid van deze rechtbank voor zover de gewijzigde vordering door de toevoeging aan het petitum van de woorden 'en via' zou zien op handelingen buiten Nederland. Ter zitting heeft zij nader toegelicht dat de bevoegdheid van de rechtbank niet wordt bestreden voor zover inbreuk in Nederland wordt gesteld. Argus heeft ter zitting bevestigd dat haar vorderingen uitsluitend zien op inbreuk in Nederland en dat zij geen grensoverschrijdend verbod vordert.
4.2.
Deze rechtbank is op grond van artikel 5 aanhef en sub 3 van Verordening (EG) 44/2001 van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheden, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken internationaal bevoegd de door Argus gestelde inbreuk in Nederland in een bodemprocedure te onderzoeken. Daarmee bestaat tevens bevoegdheid tot het treffen van voorlopige maatregelen als door Argus gevorderd. De relatieve bevoegdheid volgt uit artikel 80 lid 2 van de Rijksoctrooiwet 1995 (hierna: ROW 1995).
Octrooi-inbreuk in Nederland?
4.3.
Ten aanzien van de inbreuk op de werkwijzeconclusies heeft Argus in de dagvaarding aangevoerd dat het servicenetwerk van Voxbone op twee manieren in Nederland inbreuk maakt:
- i.
door het verschaffen van toegang tot een servicenetwerk via een mobiele telefoon en een lokaal toegangsnetwerk, voor verbindingen buiten dit netwerk (ter voorkoming van hoge beltarieven) en
- ii.
door een reizende mobiele beller in staat te stellen zich als lokale gebruiker te registreren op een mobiel telefonienetwerk, waardoor die beller via dat netwerk toegang kan krijgen tot een servicenetwerk dat voordelige verbindingen met andere netwerken mogelijk maakt.
4.4.
Ter zitting heeft Argus desgevraagd nader toegelicht dat de inbreuk op de werkwijzeconclusies zou bestaan uit het ter beschikking stellen van technische middelen die het mogelijk maken een belverbinding via het systeem van Voxbone op te zetten door enerzijds een mobiele beller in Nederland en anderzijds een mobiele beller buiten Nederland, waarbij de verbinding met het systeem van Voxbone via een kabel- of andere netwerkverbinding in Nederland verloopt.
4.5.
Deze door Argus gestelde handelingen zijn echter onvoldoende om aan te nemen dat Voxbone de geoctrooieerde werkwijzen in Nederland zou toepassen, nog daargelaten de vraag of zij deze überhaupt toepast. In het bijzonder stelt Argus niet dat de faciliteiten van Voxbone die zij aanmerkt als een service network in de zin van het octrooi - het in de afbeelding onder 3.4 in rood afgebeelde netwerk - zich in Nederland bevinden en heeft zij integendeel niet weersproken dat dit niet het geval is.
4.6.
Voor zover Argus heeft aangevoerd dat sprake is van indirecte octrooi-inbreuk op conclusie 17 kan dit evenmin tot toewijzing van de vorderingen leiden. Een toereikende motivering om aan te nemen dat het door Voxbone aangeboden middel (het servicenetwerk) bestemd is voor ongeoorloofde toepassing van de geoctrooieerde uitvinding in Nederland ontbreekt, nog daargelaten de vraag of het servicenetwerk als een middel als bedoeld in artikel 73 ROW 1995 kan worden aangemerkt. Het gevorderde lijkt overigens ook niet gericht op een verbod op indirecte octrooi-inbreuk omdat het uitsluitend vermeldt het toepassen van de geoctrooieerde werkwijze en voorbehouden handelingen met betrekking het rechtstreeks verkregen voortbrengsel van die werkwijze.
4.7.
In haar verbodsvordering noemt Argus nog de in artikel 53 ROW 1995 aan de octrooihouder voorbehouden handelingen met betrekking tot het voortbrengsel dat rechtstreeks is verkregen door toepassing van de geoctrooieerde werkwijze. Nadere motivering waarom van dergelijke handelingen door Voxbone in Nederland sprake is ontbreekt echter, zodat ook hierin geen grond voor toewijzing kan worden gevonden.
4.8.
Gezien het voorgaande ontbreekt een voldoende motivering voor toewijzing van de gevorderde voorzieningen en dienen deze al op die grond te worden afgewezen. Bij deze stand van zaken kan in het midden blijven of voldoende spoedeisend belang bij het gevorderde bestaat en of Argus beschikt over een toereikende volmacht om in deze procedure op te treden.
Toepassing van de geoctrooieerde werkwijzen?
4.9.
Partijen hebben de voorzieningenrechter uitdrukkelijk verzocht zich uit te laten over de vraag of Voxbone de geoctrooieerde werkwijzen toepast, ook indien de conclusie zou zijn dat dit in ieder geval niet in Nederland plaatsvindt. De voorzieningenrechter ziet daarin aanleiding ten overvloede het volgende te overwegen.
4.10.
Conclusie 1 (en daarmee de afhankelijke volgconclusies) omvat onder meer als maatregel de stap “storing data of users”. Tussen partijen is niet in geschil dat de user in de zin van het octrooi de partij is die het telefoongesprek initieert, de uitbeller. Door Voxbone is benadrukt dat zij alleen inbeldiensten aanbiedt en (dus) geen data van de hier bedoelde user opslaat. Deze user is voor het systeem van Voxbone een willekeurige derde die de klant van Voxbone wil opbellen en aan wie Voxbone geen kosten in rekening brengt voor de verbinding. Voor Voxbone is uitsluitend van belang om bij een inkomend gesprek op een door haar uitgegeven nummer te weten naar welk IP-adres zij het inkomende gesprek moet doorgeleiden (namelijk dat van de klant aan wie zij het nummer heeft uitgegeven) en niet wie de inbeller is of waarvandaan hij belt, zo heeft Voxbone nog toegelicht. Er is dus voor haar geen reden om de gegevens van de inbeller op te slaan, aldus Voxbone.
4.11.
Desgevraagd heeft Argus in reactie hierop slechts gesteld dat het niet anders kan zijn dan dat de gegevens van de uitbeller worden opgeslagen, omdat deze in verbinding gebracht moet worden met de gebelde partij (de klant van Voxbone). Waarom daarvoor nodig is dat Voxbone de gegevens van de uitbeller kent is echter niet in te zien. Voldoende is dat Voxbone het inkomende gesprek op het door haar aan de klant ter beschikking gestelde nummer doorgeleid naar de klant. Het standpunt van Argus is niet inzichtelijk en wordt verworpen. Vooralsnog kan dus niet worden aangenomen dat in het systeem van Voxbone sprake is van deze maatregel.
4.12.
Conclusie 1 eist bovendien dat “each of the mobile devices, when connected to a mobile network, is connected to the mobile network as a local device”. Naar Argus ter zitting heeft bevestigd betekent dit kenmerk dat de uitbeller in ieder mobiele netwerk dat deel uitmaakt van het systeem wordt herkend als een lokale gebruiker. Dat dit kenmerk in het systeem van Voxbone wordt toegepast, blijkt in het geheel niet.
4.13.
De voorzieningenrechter oordeelt daarom voorshands – ten overvloede – dat geen sprake is van toepassing door Voxbone van de geoctrooieerde werkwijzen.
Proceskosten
4.14.
Argus zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Voxbone maakt aanspraak op vergoeding van haar volledige proceskosten met toepassing van artikel 1019h Rv, volgens haar specificatie € 108.320.
4.15.
Argus maakt bezwaar tegen de hoogte van de door Voxbone opgegeven kosten. Zij stelt zich allereerst op het standpunt, naar de voorzieningenrechter begrijpt, dat Voxbone onnodig veel werk heeft verricht, mede gelet op de door Voxbone in het geding gebrachte stukken en op de door Argus zelf verrichte werkzaamheden en de daarvoor gemaakte kosten.
4.16.
Dit bezwaar slaagt niet. Ten eerste is de aan de zaak bestede tijd niet zonder meer af te leiden uit de omvang van processtukken en het aantal producties. Redelijkerwijze verrichte werkzaamheden resulteren niet noodzakelijk in processtukken of producties. Daarnaast blijkt uit de door beide zijden overgelegde overzichten dat het aantal uren dat aan de zaak is besteed door de raadslieden en de octrooigemachtigde van Argus enerzijds en door de raadslieden van Voxbone anderzijds van dezelfde ordegrootte is (aan beide zijden ruim 200 uur). Dat is een indicatie van de redelijkheid van het aantal door Voxbone bestede uren. Overtuigende indicaties van het tegendeel zijn door Argus niet naar voren gebracht.
4.17.
Het bezwaar van Argus dat de kosten van Voxbone onnodig hoog zijn nu door twee advocaten aan de zaak is gewerkt slaagt evenmin. Argus heeft – zo blijkt uit haar kostenspecificatie – zelf eveneens met twee advocaten en een octrooigemachtigde aan de zaak gewerkt en al daarom is niet begrijpelijk waarom het onredelijk zou zijn dat de wederpartij ditzelfde heeft gedaan.
4.18.
Voorts veronderstelt Argus dat een aanzienlijk deel van de kosten van Voxbone ziet op werkzaamheden die zijn verricht in het kader van de nietigheidsdagvaarding. Dit is door Voxbone uitdrukkelijk weersproken en hiervan is ook niet gebleken. Ook dit bezwaar wordt van de hand gewezen.
4.19.
De stelling van Argus ten slotte dat de door de advocaten van Voxbone gehanteerde uurtarieven buitensporig hoog zijn, treft ook geen doel. Die tarieven, gelegen tussen € 375,= en € 575,=, mogen hoger zijn dan de door de advocaten van Argus gehanteerde, maar Argus heeft niet aangetoond dat zij voor gespecialiseerde advocaten buitensporig hoog moeten worden geacht.
4.20.
De proceskosten aan de zijde van Voxbone worden daarom begroot conform de specificatie op € 108.320,= aan salaris advocaat, vermeerderd met € 608,= aan griffierecht, derhalve in totaal op € 108.928,=.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt Argus in de proceskosten, aan de zijde van Voxbone tot op heden begroot op € 108.928,=;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.G.J. de Heij in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2014 in tegenwoordigheid van de griffier mr. R.P. Soullié.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 21‑07‑2014