Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 8
Artikel 1119 [Vrachtbrief]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1991
- Bronpublicatie:
22-03-1991, Stb. 1991, 126 (uitgifte: 28-03-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-03-1991, Stb. 1991, 100 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
Zowel de afzender als de vervoerder kunnen ter zake van het vervoer een vrachtbrief opmaken en verlangen dat deze of een mogelijkerwijs door hun wederpartij opgemaakte vrachtbrief door hun wederpartij wordt getekend en aan hen wordt afgegeven. De ondertekening kan worden gedrukt of door een stempel dan wel enig ander kenmerk van oorsprong worden vervangen.
2.
Op de vrachtbrief worden volgens de daarop mogelijkerwijs voorkomende aanwijzingen de volgende aanduidingen vermeld:
- a.
de afzender, als hoedanig slechts één persoon kan worden genoemd;
- b.
de ten vervoer ontvangen zaken;
- c.
de plaats waar de vervoerder de zaken ten vervoer heeft ontvangen;
- d.
de plaats waarheen de vervoerder op zich neemt de zaken te vervoeren;
- e.
de geadresseerde, als hoedanig slechts één persoon kan worden genoemd;
- f.
de vervoerder;
- g.
al hetgeen overigens aan afzender en vervoerder gezamenlijk goeddunkt.
3.
De aanduidingen vermeld in het tweede lid onder a tot en met e worden in de vrachtbrief opgenomen aan de hand van door de afzender te verstrekken gegevens. De afzender staat in voor de juistheid, op het ogenblik van inontvangstneming van de zaken, van deze gegevens. De aanduiding van de vervoerder wordt in de vrachtbrief opgenomen aan de hand van door deze te verstrekken gegevens en de vervoerder staat in voor de juistheid hiervan.
4.
Partijen zijn verplicht elkaar de schade te vergoeden, die zij lijden door het ontbreken van in het tweede lid genoemde gegevens.