Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 9.6 Voorwaarden tegemoetkoming
Geldend
Geldend vanaf 21-04-2021
- Bronpublicatie:
19-05-2011, Stb. 2011, 345 (uitgifte: 12-07-2011, kamerstukken: 31389)
- Inwerkingtreding
21-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2021, Stb. 2021, 168 (uitgifte: 06-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Uit het Diergezondheidsfonds wordt door Onze Minister aan de houder een tegemoetkoming in de schade uitgekeerd, indien:
- a.
dieren worden gedood, of
- b.
producten of voorwerpen onschadelijk worden gemaakt of worden vernietigd.
2.
Aan de toekenning van een tegemoetkoming kunnen door Onze Minister voorwaarden worden verbonden.
3.
De voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, kunnen betrekking hebben op:
- a.
de inrichting van het bedrijf;
- b.
de hygiëne op het bedrijf;
- c.
de herbevolking van het bedrijf;
- d.
de bedrijfsbegeleiding door een dierenarts, en
- e.
op het bedrijf te nemen preventieve maatregelen.
4.
Ingeval de houder niet bedrijfsmatig dieren houdt, kunnen de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, betrekking hebben op:
- a.
de inrichting van de verblijfsruimten voor dieren;
- b.
de hygiëne in de verblijfsruimten voor dieren;
- c.
de herbevolking van de verblijfsruimten voor dieren, en
- d.
de te nemen preventieve maatregelen.