Prg. 2005, 162
Kantonrechter bevoegd in executiegeschil beschikking voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst. Geen schorsing tenuitvoerlegging (betaling vergoeding), aangezien formulering voorwaarde geen onherroepelijke rechterlijk beslissing in een (nog niet geëntameerde) bodemprocedure ter zake het ontslag op staande voet eist. Het voor werkgeefster negatieve kort geding vonnis ter zake het ontslag op staande voet is voldoende.
Rb. Arnhem 13-07-2005, ECLI:NL:RBARN:2005:AT9333
- Instantie
Rechtbank Arnhem
- Datum
13 juli 2005
- Magistraten
Mr. P.J. Wiegman
- Zaaknummer
399558\VVEXPL05-8053\W\PJW
- LJN
AT9333
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBARN:2005:AT9333, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 13‑07‑2005
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Executiegeschil arbeidsrecht. Mag een werknemer de bij voorwaardelijke ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst toegekende vergoeding incasseren/executeren, hoewel nog niet definitief vaststaat of zijn ontslag op staande voet rechtsgeldig is?
Ja, indien aan de voorwaarde geen gerechtelijke — onherroepelijke — beslissing in een bodemprocedure is verbonden, is executie niet tegen te houden.
Samenvatting
Bij beschikking van 11 mei 2005 is de arbeidsovereenkomst tussen partijen voorwaardelijk ontbonden met toekenning aan werknemer van een vergoeding van € 3473,60 bruto. Op dezelfde datum is de vordering in kort geding van werknemer tot loondoorbetaling toegewezen, aangezien voorshands aannemelijk zou zijn dat een dringende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.