Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 361 [Ambtelijke verduistering bewijsstukken]
Geldend
Geldend vanaf 08-08-2002
- Bronpublicatie:
20-06-2002, Stb. 2002, 316 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 28099)
- Inwerkingtreding
08-08-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2002, Stb. 2002, 317 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast persoon, die opzettelijk zaken bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, welke hij in zijn bediening onder zich heeft verduistert, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, of toelaat dat zij door een ander worden weggemaakt, vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Onder bevoegde macht wordt mede verstaan: een internationaal gerecht dat zijn rechtsmacht ontleent aan een verdrag waarbij het Koninkrijk partij is.