Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Rb. Overijssel, 07-06-2018, nr. 08/910056-17 (P)
ECLI:NL:RBOVE:2018:1953
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
07-06-2018
- Zaaknummer
08/910056-17 (P)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2018:1953, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 07‑06‑2018; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2022:1863
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2021:6722
- Vindplaatsen
JERF Actueel 2018/221
Uitspraak 07‑06‑2018
Inhoudsindicatie
Een 49-jarige man uit Enschede is door de rechtbank Overijssel veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf voor de moord op een zwangere vrouw uit diezelfde stad. De man en vrouw hadden een seksuele relatie. De man vermoordde de vrouw om zijn buitenechtelijke relatie te verbergen en haar zwangerschap te stoppen. Hij wilde niet dat zij een kind van hem kreeg. Achteraf bleek dat de man niet de vader was van het embryo. Hij moet aan de nabestaanden een schadevergoeding betalen van 5.500 euro.
Partij(en)
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/910056-17 (P)
Datum vonnis: 7 juni 2018
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1968 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] ,
nu verblijvende in PI Overijssel, HvB Karelskamp te Almelo.
1. Het onderzoek op de terechtzitting
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 24 november 2017, 19 februari 2018, 20 april 2018 en 25 mei 2018.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Leusink en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. U. Ural, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.
2. De tenlastelegging
De verdenking komt er na toelating van de vordering nadere omschrijving tenlastelegging van 20 april 2018, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet met voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven heeft beroofd.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij in of omstreeks de periode van 26 tot en met 27 augustus 2017 te
Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer]
van het leven heeft beroofd door die [slachtoffer] meerdere malen met kracht te
stompen, te schoppen en/of (met enig voorwerp) tegen het hoofd en/of lichaam te
slaan en/of meerdere malen heftig mechanisch botsend geweld toe te passen op
het hoofd, de keel/hals en/of het lichaam van die [slachtoffer] en/of de mond/neus
van die [slachtoffer] af te dekken en/of samen/dicht te drukken en/of (aldus) de
ademhaling van die [slachtoffer] te beletten en/of die [slachtoffer] te doen stikken
en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of heftig mechanisch omsnoerend/samendrukkend
geweld toe te passen op de keel/hals van die [slachtoffer] ;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, ter zake dat
hij in of omstreeks de periode van 26 tot en met 27 augustus 2017 te
Enschede, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd
door die [slachtoffer] meerdere malen met kracht te stompen, te schoppen en/of
(met enig voorwerp) tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of meerdere malen
heftig mechanisch botsend geweld toe te passen op het hoofd, de keel/hals
en/of het lichaam van die [slachtoffer] en/of de mond/neus van die [slachtoffer] af te
dekken en/of samen/dicht te drukken en/of (aldus) de ademhaling van die
[slachtoffer] te beletten en/of die [slachtoffer] te doen stikken en/of die [slachtoffer]
te wurgen en/of heftig mechanisch omsnoerend/samendrukkend geweld toe te
passen op de keel/hals van die [slachtoffer] .
3. De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsoverwegingen
4.1
Inleiding
Verdachte en [slachtoffer] (hierna verder te noemen [slachtoffer] ) hadden op 30 juni 2017 het eerste contact met elkaar nadat zij elkaar via de chatside Badoo hadden leren kennen, waar verdachte zich voordeed als [alias 1] . Hij noemde zich tegenover haar [alias 1] en vertelde haar dat hij zelf in Rotterdam woonde en dat zijn vader in Borne woonde en terminaal was. Hij zou ook een zoon hebben die in Hengelo bij zijn ex-vrouw zou wonen. Hij had in de beveiliging gewerkt en zou sinds 6 jaar piloot zijn bij de KLM. Al snel ontstond er tussen verdachte en [slachtoffer] in de maand juli 2017 een kortdurende (voor verdachte) buitenechtelijke relatie, waarbij het verdachte vooral om de seks te doen was.1.
Aan getuige [getuige 1] vertelde [slachtoffer] in het weekend van 14 juli 2017 dat zij weer aan het daten was met twee verschillende mannen, een Marokkaan en een Surinamer. [slachtoffer] kwam net uit een stuk gelopen relatie met [ex-vriend] . In de periode tot eind mei 2017 waarin zij met die [ex-vriend] omging, is zij ook zwanger van hem geweest. Die zwangerschap is geëindigd in een miskraam omstreeks de maand maart of april 2017. [slachtoffer] vertelde aan getuige [getuige 1] ook dat zij graag weer zwanger wilde worden.2.
Toen [slachtoffer] begin augustus aan verdachte vertelde dat zij zwanger van hem was, reageerde verdachte woedend.3.In de periode van 4 augustus tot 13 augustus 2017 is verdachte gedurende enkele weken op vakantie geweest in Frankrijk met zijn gezin.4.[slachtoffer] bleef verdachte aanspreken op zijn verantwoordelijkheid en verzocht hem meerdere malen contact met haar op te nemen om de situatie te kunnen bespreken. Op 16 augustus 2017 was verdachte bij haar en zei haar dat hij niets met het kind te maken wilde hebben.5.[slachtoffer] stuurde op 25 augustus 2017 een laatste SMS bericht6.naar verdachte met de inhoud “Graag contact met mij opnemen. Heb geen zin in gedoe maar als je geen contact opneemt laat je me geen keuze. De gevolgen zijn voor jou.”, welk bericht verdachte volgens zijn verklaring ook heeft gelezen. Hij vond het niet fijn dit te lezen, zo verklaarde hij. Door dit bericht besloot verdachte op 25 augustus onaangekondigd bij [slachtoffer] langs te gaan om haar persoonlijk te vertellen dat de relatie met haar voorbij was, omdat verdachte volgens zijn verklaring een andere partner had gevonden.7.Tot een ontmoeting kwam het niet, volgens verdachte omdat hij stemmen vanuit de woning van [slachtoffer] hoorde en meende dat [slachtoffer] bezoek had.8.Verdachte had die middag zijn beide telefoontoestellen bij zich. Uit de verkeersgegevens van zijn telefoon blijkt dat verdachte op die vrijdagmiddag tussen 13:55 uur en 14:40 uur in de buurt van de [straat slachtoffer] is geweest.9.Uit het onderzoek van de politie is voorts gebleken dat [slachtoffer] rond die tijdstippen op bezoek is geweest bij een vriendin aan de [straat 1] in Enschede10.en dat zij kort voor haar vertrek naar die vriendin gebeld is door een andere vriendin.11.Op zaterdagochtend 26 augustus is verdachte opnieuw onaangekondigd naar de woning van [slachtoffer] gegaan, waar hij rond 09:30 uur door [slachtoffer] is binnengelaten.12.Verdachte heeft verklaard dat hij zijn beide telefoontoestellen thuis had laten liggen.13.Normaal neemt verdachte volgens zijn vrouw en zijn eigen verklaring zijn beide telefoontoestellen altijd en overal met zich mee.14.Verdachte had wel een blauwe plastic Albert Heijn tas bij zich toen hij op zaterdag 26 augustus 2017 door [slachtoffer] werd binnengelaten.15.Uit onderzoek is gebleken dat het mobiele toestel van [slachtoffer] op zaterdagochtend 26 augustus 2017 om
11:14 uur voor het laatst online geweest.16.
Op zondagmiddag 27 augustus 2017 omstreeks 15:00 uur is het stoffelijk overschot van [slachtoffer] door twee vriendinnen in haar woning aan de [adres 1] te Enschede aangetroffen. De vriendinnen hadden al geruime tijd niets meer van haar vernomen.17.[slachtoffer] bleek door geweld om het leven te zijn gekomen.18.[slachtoffer] bleek 53 dagen zwanger te zijn. Bij het uitgevoerde DNA-verwantschapsonderzoek is het DNA-profiel van het embryo vergeleken met het DNA-profiel van verdachte. Dit leverde geen match op. Dit betekent dat verdachte niet de vader was van het embryo.19.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Verdachte had een zeer sterk motief om [slachtoffer] om het leven te brengen, hij had de tijd en de gelegenheid om haar te doden en uit forensisch onderzoek is gebleken dat bloed van [slachtoffer] in de auto van verdachte is aangetroffen. Daarbij is de verklaring van verdachte op onderdelen ongeloofwaardig en tegenstrijdig en moet die dan ook terzijde worden geschoven. De officier van justitie heeft gesteld dat verdachte vanaf
25 augustus 2017 op verschillende momenten en gedurende enige tijd zich heeft kunnen beraden op het te nemen of genomen besluit om [slachtoffer] om het leven te brengen, zodat ook de voorbedachte raad kan worden bewezen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ter zake het primair en subsidiair tenlastegelegde vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe aangevoerd dat verdachte geen motief had, omdat hij nooit heeft gedacht dat hij degene was van wie [slachtoffer] zwanger was. De raadsman heeft eveneens gesteld dat er geen forensisch relevant spoor tegen verdachte is gevonden. Het aangetroffen bloedspoor in de Audi kan niet worden gebezigd tot het bewijs, omdat hier geen bewijswaarde aan kan worden toegekend en het aangetroffen spoor onverenigbaar is met de hoeveelheid bloed op de plaats delict. Tot slot stelt de raadsman dat gelet op de tijdlijn van verdachte in relatie tot de overmaat van bloed in de woning het plegen van dit feit zonder forensisch relevante sporen, voor onmogelijk moet worden gehouden.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Vaststaat dat verdachte en [slachtoffer] elkaar via de chatsite Badoo hebben leren kennen en op 30 juni 2017 voor het eerst contact met elkaar hebben gehad. Volgens verdachte kwam het al heel snel tot seks met haar. Verdachte heeft verklaard dat hij met meerdere vrouwen in de afgelopen jaren een seksuele relatie heeft onderhouden naast de huwelijksrelatie met zijn vrouw. Het ging hem bij die contacten puur en alleen om de seks. Volgens verdachte heeft hij acht à tien keer seks met [slachtoffer] gehad. Verdachte heeft verklaard dat die seks plaatsvond in de woning van [slachtoffer] , maar ook wel buiten en in de auto.20.
Volgens verdachte had hij steeds door het gebruik van een condoom beschermde seks met [slachtoffer] .21.Uit de verklaringen van vriendinnen22.en de moeder23.van [slachtoffer] komt een ander beeld naar voren. [slachtoffer] had een kinderwens en had steeds onbeschermde seks met verdachte. Ook andere vrouwen die seks met verdachte hebben gehad, hebben verklaard dat verdachte onbeschermde seks met hen had.24.De rechtbank acht de verklaring van verdachte dat hij met [slachtoffer] tijdens alle keren dat zij seksueel contact hadden, steeds een condoom droeg, in het licht van het voorgaande, niet geloofwaardig.
Verdachte heeft ontkend dat hij op de hoogte was van de kinderwens van [slachtoffer] . Uit verschillende app gesprekken tussen [slachtoffer] en verdachte leidt de rechtbank echter af dat verdachte wel degelijk op de hoogte was van de kinderwens van [slachtoffer] . Zo appt [slachtoffer] op
18 juli 2017 aan verdachte dat zij het niet veilig wil doen, waarna wordt gesproken over de vraag wanneer zij vruchtbaar is. [slachtoffer] appt uiteindelijk dat verdachte niet hoeft te zorgen, dat zij het wel alleen kan, waarna verdachte reageert dat ze normaal moet doen, dat het dan ook zijn kind is.25.Ook appt [slachtoffer] verdachte over haar kinderwens op 30 juli 2017 “Zielige film ook miskraam. (….) Ik wil ook kindje. (….) Ben gewoon verdrietig om die miskraam. En ik wil echt graag zwanger worden [alias 1] . Ik vind je leuk [alias 1] . Zou van jou willen (….).26.De rechtbank acht de verklaring van verdachte ter terechtzitting dat hij en [slachtoffer] het nooit over een mogelijke kinderwens hadden gehad en dat hij daar niet van op de hoogte was, dan ook niet geloofwaardig. [slachtoffer] had een kinderwens en op 1 augustus 2017 bleek een zwangerschapstest positief.27.Zij ging er zonder meer vanuit dat verdachte de vader van het kind moest zijn omdat zij in de maand juli diverse keren onbeschermde seks met verdachte had gehad. Toen zij verdachte op 2 augustus 2017 appte dat zij zwanger was, reageerde verdachte boos.28.Uit zijn reactie blijkt bovendien dat hij er, anders dan hij zelf verklaart, wel degelijk rekening mee hield dat [slachtoffer] van hem zwanger was. [slachtoffer] appt verdachte op 1 augustus 2017: “ik doe morgen meteen nog een test in de ochtend…. Beetje stress….”. Waarop verdachte reageert: “ok ok. Laat het niet zo zijn aub”. Later die dag, nadat [slachtoffer] hem heeft geappt dat ze zwanger is, reageert verdachte woedend. “Ik haat jou. App mij nooit meer. U r dead for me. En ik eis dat jij mijn privéfoto’s verwijderd. (….) ik wil geen vader van jou kind zijn is dat duidelijk ok. (….) ik wens dat kind ook niet. Zal bidden dat het voorbij is, Doei”.29.Verdachte wilde geen kind en hij maakte haar duidelijk dat zij voor hem niet meer bestond. Verdachte is vervolgens begin augustus met zijn gezin met de auto op vakantie gegaan naar Frankrijk. [slachtoffer] heeft vervolgens geprobeerd met verdachte in gesprek te gaan30.en zij heeft haar ervaringen met verdachte ook van dag tot dag en van uur tot uur ruimhartig gedeeld met haar vriendinnen. De vriendinnen van [slachtoffer] koesterden al veel langer argwaan met betrekking tot het verhaal van verdachte dat hij piloot was bij de KLM.31.[slachtoffer] was bezig de ware identiteit van verdachte te achterhalen32.en zette verdachte meer en meer onder druk om het gesprek met haar aan te gaan over haar zwangerschap. Verdachte maande haar om haar dreigement om zijn familie in te lichten niet uit te voeren.33.Uit de diverse app-gesprekken die [slachtoffer] met verdachte in de periode van juli tot 26 augustus 2017 met verdachte heeft gehad en die zij heeft gedeeld met haar vriendinnen, blijkt dat de sfeer tussen verdachte en [slachtoffer] steeds vijandiger werd.34.Dat heeft ertoe geleid dat verdachte haar enkele keren heeft geblokt zodat communicatie niet meer mogelijk was. [slachtoffer] bleef echter vasthoudend. In de ochtend van 25 augustus 2017 spreekt zij zijn voicemail in. Ook stuurde zij op 25 augustus 2017 het volgende sms-bericht naar het toestel in gebruik bij verdachte: “graag contact met mij opnemen. Heb geen zin in gedoe maar als je geen contact met mij opneemt laat je me geen keuze. De gevolgen zijn voor jou”.35.Verdachte heeft daarop, zo verklaart hij, besloten om naar de woning van [slachtoffer] aan de [adres 1] te Enschede te gaan om de relatie te beëindigen.36.Verdachte heeft verklaard dat hij zijn telefoons bij zich had en uit de verkeersgegevens daarvan blijkt dat verdachte die middag tussen 13:55 uur en 14:40 uur in de [straat slachtoffer] was. Verdachte heeft wisselend verklaard over het feit of hij nu wel of niet bij haar binnen geweest is die middag. Uiteindelijk heeft verdachte verklaard dat hij niet bij haar op bezoek is gegaan omdat hij meende dat zij bezoek had omdat hij stemmen in de woning hoorde.37.
Uit het onderzoek is gebleken dat [slachtoffer] omstreeks 14:00 uur die middag een telefoongesprek met [getuige 1] heeft gevoerd38.en dat zij kort daarop naar de [straat 1] is gegaan naar haar vriendin [getuige 2] .39.Verdachte en [slachtoffer] hebben elkaar die middag niet getroffen.
Verdachte is later op diezelfde dag naar Zevenaar gereden waar hij zijn nieuwe relatie [getuige 3] heeft bezocht en met haar seks heeft gehad. Volgens getuige [getuige 3] had zij verdachte kort daarvoor leren kennen via datingsite Badoo. Verdachte had zich voorgesteld als [alias 2] , volgens zeggen van verdachte de achternaam van zijn moeder. Ook aan haar had hij verteld dat hij piloot was bij de KLM. Op 19 augustus 2017 en 25 augustus 2017 heeft zij seks met verdachte gehad. Zij heeft van verdachte ook een ring gekregen op 29 augustus 2017. Die ring zou van de enkele jaren geleden overleden moeder van verdachte zijn geweest.40.Desgevraagd verklaarde verdachte ter terechtzitting dat zijn moeder niet ‘ [alias 2] ’ heette en dat de aan [getuige 3] geschonken ring niet van zijn overleden moeder was. Net als over zijn identiteit heeft hij ook over de ring niet de waarheid gesproken tegenover [getuige 3] .
Verdachte heeft verklaard dat hij in de nacht van 25 op 26 augustus 2017 in zijn woning aan de [adres 2] in Enschede bij zijn vrouw heeft geslapen. Omdat hij snurkte heeft zijn vrouw hem in de ochtend naar beneden gestuurd waar verdachte op de bank is gaan slapen. In de ochtend van 26 augustus 2017 is verdachte opgestaan en heeft hij de woning verlaten om met zijn auto, een Audi A-4 Avant, kenteken [kenteken] , naar de [adres 1] naar [slachtoffer] te gaan. Hij heeft zijn beide telefoontoestellen niet meegenomen nu die telefoons in de slaapkamer van zijn vrouw en kinderen lagen en hij hen niet wakker wilde maken. Zonder telefoons maar met een plastic Albert Heijn tas in de auto is verdachte naar de [straat slachtoffer] gereden. Hij heeft zijn auto geparkeerd op de [straat slachtoffer] dichtbij de [straat 2] en niet ver van de woning van [slachtoffer] . Hij heeft de plastic tas meegenomen en aangebeld en is vervolgens omstreeks 09:30 uur door [slachtoffer] binnengelaten.41.Dat is ook gezien door de buurman van [slachtoffer] die heeft verklaard zelf omstreeks 10:35 uur weggegaan te zijn met zijn gezin. Hij heeft in de periode gelegen tussen het moment dat verdachte door [slachtoffer] is binnengelaten en het tijdstip dat hijzelf met zijn gezin zijn woning verliet, verdachte niet zien vertrekken. Evenmin heeft hij andere passanten gezien. Getuige [getuige 4] heeft gezien dat verdachte een blauwe plastic tas bij zich had. Getuige had het idee dat er iets langwerpigs in de tas zat, 30 à 35 cm. Het zou een stokbrood kunnen zijn geweest, aldus getuige.42.
Uit het onderzoek is niet naar voren gekomen dat er die ochtend andere personen dan verdachte bij [slachtoffer] zijn geweest. Verdachte heeft verklaard43.dat hij [slachtoffer] heeft verteld dat de relatie wat hem betreft voorbij was omdat hij een nieuwe vriendin had. [slachtoffer] zou hier nonchalant op hebben gereageerd. Ze zouden niet meer over haar sms-bericht van 25 augustus 2017 hebben gesproken en [slachtoffer] zou ook niet meer begonnen zijn over alimentatie of andere zaken aangaande de zwangerschap. Verdachte zou vervolgens de inhoud van de plastic Albert Heijn tas hebben leeggeschud op de bank in de woonkamer. Het zou gaan om een vest van [slachtoffer] en wat make-up spullen die in de auto waren blijven liggen nadat hij en [slachtoffer] eerder in juli tot tweemaal toe seks in de auto hadden gehad. Volgens verdachte had [slachtoffer] de spullen op de bank in zijn aanwezigheid niet aangeraakt of verplaatst. Vervolgens zou verdachte de woning via de voordeur hebben verlaten nadat [slachtoffer] hem uitgeleide gedaan had. Verdachte heeft verklaard dat er van lichamelijk contact geen sprake is geweest, zelfs geen knuffel, waar zij wel om zou hebben gevraagd. Toen hij thuis kwam heeft hij eerst de kinderen wakker gemaakt en daarna volgens afspraak met [slachtoffer] alle whatsapp-gesprekken met haar op zijn telefoontoestel hebben gewist. Daarna zou hij met zijn gezin de stad ingegaan zijn, wat ook volgt uit de opgenomen camerabeelden bij Albert Heijn.44.
Tijdens het opsporingsonderzoek is gebleken dat goederen uit de woning van [slachtoffer] vermist worden waaronder haar telefoon.45.Het onderzoeksteam heeft een onderzoek uitgevoerd naar de Google cloud gegevens van [e-mailadres slachtoffer] .46.Uit deze informatie valt op te maken dat haar toestel op zaterdag 26 augustus 2017 tot 11:05:30 uur als locatie aangeeft de coördinaten van de woning aan de [adres 1] te Enschede. De eerstvolgende melding is om 11:08:34 uur waarbij de locatie verderop in de [straat slachtoffer] uitkomt, vlak voor de kruising [straat slachtoffer] / [straat 2] . Hierbij geeft Google aan dat er een 86% kans is dat de houder van het toestel zich op dat moment lopend of rennend verplaatst heeft. De locatiecoördinaten geven aan dat de telefoon zich verder van de woning af verplaatst met als eindlocatie de omgeving van de [straat 3] te Enschede alwaar het toestel te 11:14:49 uur voor het laatst online is.
Uit het proces-verbaal van voertuigherkenning van verbalisant [verbalisant] van 5 april 201847.voor zover het gaat om herkenning van het voertuig in samenhang met het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] van 20 oktober 201748.leidt de rechtbank voorts af dat de auto van verdachte op 26 augustus 2017 om 11:36:41 uur op de Parkweg te Enschede ter hoogte van het aldaar gevestigde Shell-tankstation heeft gereden. Dit sluit aan bij de uitkomsten van het onderzoek naar de I-Cloudlocatiegegevens van het toestel van [slachtoffer] .49.
In de auto van verdachte zijn op diverse plekken bloedsporen aangetroffen50., ondanks het feit dat verdachte zijn auto op zondagmiddag 27 augustus 2017 gewassen en ook van binnen gereinigd heeft.51.Uit het laboratoriumonderzoek is naar voren gekomen dat de bemonstering van het bloedspoor aan de voorzijde van de bestuurdersstoel een match heeft opgeleverd met het DNA van [slachtoffer] .52.Verdachte heeft zich aanvankelijk op zijn zwijgrecht beroepen maar uiteindelijk in zijn verhoor op 26 september 2017 verklaard dat hij anale seks heeft gehad met [slachtoffer] op de bestuurdersstoel van zijn auto en dat dit mogelijk de aanwezigheid van haar bloed in de auto kan verklaren. Ook heeft hij verklaard dat [slachtoffer] enkele keren in zijn auto zou hebben gereden. Desgevraagd door de politie en ter terechtzitting heeft verdachte verklaard ten tijde van het bedrijven van seks in de auto en evenmin daarna bloed bij [slachtoffer] te hebben waargenomen. Ook heeft hij geen beschadigingen of wondjes bij [slachtoffer] gezien. Voorts heeft verdachte verklaard nooit met andere vrouwen dan [slachtoffer] seks te hebben bedreven in zijn auto. Hij kan ook niet aangeven hoe de bloedsporen anderszins in zijn auto zijn gekomen.53.Dit leidt de rechtbank tot de slotsom dat het niet anders kan dan dat al het bloed in de auto van [slachtoffer] afkomstig is.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte over de herkomst van het bloed in zijn auto volstrekt ongeloofwaardig. Verdachte is op 29 augustus 2017 aangehouden en zit sindsdien in detentie. Pas op 26 september 2017 en daarna op 21 november 2017 is hij meer uitgebreid gaan verklaren over zijn relatie met [slachtoffer] . Daarbij heeft hij zich regelmatig op zijn zwijgrecht beroepen en steeds afgewacht wat het opsporingsonderzoek van de politie aan nieuwe resultaten had opgeleverd om daarop vervolgens zijn verklaringen af te stemmen.
Dat geldt bijvoorbeeld voor zijn verklaring over zijn bezoek aan [slachtoffer] op 25 augustus 2017, maar ook voor zijn verklaring over zijn telefoons die hij op 26 augustus 2017 thuis had laten liggen. Uit het onderzoek54.is gebleken dat een van zijn telefoons op 26 augustus 2017 in de ochtend om 10:37:39 uur cell-id no. 20992 op de Boulevard 1945 te Enschede aanstraalde op grond waarvan de verdediging van verdachte heeft gesteld dat verdachte op dat tijdstip dus niet meer bij [slachtoffer] in de [straat slachtoffer] was maar met zijn gezin in de stad. De rechtbank is van oordeel dat die conclusie niet zonder meer te trekken is, enerzijds nu verdachte in zijn verhoor op 12 maart 2018 naar aanleiding van vragen over die telefoon zich consequent op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Anderzijds kan niet worden uitgesloten dat een ander dan verdachte met die telefoon in de stad is geweest nu verdachte zijn beide telefoons thuis had laten liggen. Voorts heeft verdachte nergens melding gemaakt van het feit dat hij in de ochtend met zijn gezin in de stad is geweest. Integendeel, verdachte is na zijn bezoek aan [slachtoffer] op zaterdagochtend volgens zijn verklaring naar huis gereden en heeft de kinderen wakker gemaakt. Rond het middaguur heeft hij volgens de uitkomsten van het ter zake ingestelde onderzoek de whatsapp-berichten met [slachtoffer] gewist.55.In de middag is hij met zijn gezin in de stad bij Albert Heijn gesignaleerd.56.Rond twee uur zou verdachte met zijn gezin volgens zijn verklaring weer thuis zijn geweest om later in die middag naar zijn werk te gaan.57.
Op grond van de verklaringen van horen zeggen van de vriendinnen van [slachtoffer] en van wat uit de whatsapp-berichten daaromtrent kan worden afgeleid, gaat de rechtbank ervan uit dat er nooit seks met [slachtoffer] heeft plaatsgevonden in de auto van verdachte evenmin als dat [slachtoffer] in de auto van verdachte zou hebben gereden. Verdachte heeft zelf meermalen verklaard dat hij als enige gebruik maakt van zijn auto. Zijn vrouw beschikt over een eigen auto, een peugeot.58.
De rechtbank legt de verklaringen van verdachte over de seks met [slachtoffer] in zijn auto en het rijden in zijn auto door [slachtoffer] dan ook als ongeloofwaardig en onaannemelijk terzijde. Daaruit volgt dat dit ook moet gelden voor de verklaring van verdachte dat hij op zaterdagochtend in de blauwe AH-tas make-up spullen en een vest van [slachtoffer] had gestopt om dit aan [slachtoffer] terug te geven. Volgens de verklaringen van verdachte moeten die make-up spullen en dat vest al geruime tijd in de auto hebben gelegen nu verdachte en [slachtoffer] volgens zijn verklaring in juli tot tweemaal toe (anale) seks in de auto hebben gehad. Net zo min als de rechtbank geloof hecht aan de verklaring van verdachte over seks in de auto met [slachtoffer] , acht de rechtbank het voorts niet aannemelijk dat make-up spullen van [slachtoffer] en haar vest wekenlang in de auto van verdachte hebben gelegen. In de tussentijd is verdachte met zijn gezin ook nog met de auto op vakantie in Frankrijk geweest. [slachtoffer] heeft tegen haar vriendinnen in het whatsapp-verkeer waarin veel maar ook intieme en persoonlijke kwesties werden gedeeld, niets gezegd over seks in de auto, integendeel, volgens verklaringen van horen zeggen van de vriendinnen had zij steeds seks (acht à tien keer volgens verdachte) in haar eigen woning met verdachte.
Met betrekking tot de make-up spullen heeft de rechtbank voorts vastgesteld dat gelet op de foto’s van de forensische opsporing van de situatie in de woning van het slachtoffer na het aantreffen van het stoffelijk overschot op 27 augustus 2017, van make-up spullen op de bank in de woonkamer van [slachtoffer] geen sprake is.59.Dat is opmerkelijk nu verdachte heeft verklaard dat hij die spullen op de bank heeft uitgeschud uit de tas en dat [slachtoffer] die spullen in zijn bijzijn niet heeft aangeraakt.
Dat er in de AH-tas geen make-up spullen en een vest hebben gezeten, volgt ook uit het stellige oordeel van de rechtbank dat er nooit seks met [slachtoffer] buiten haar woning in de auto van verdachte heeft plaatsgevonden. Seks op een andere plaats dan in een hotel of in de woning van [slachtoffer] (of een andere buitenechtelijke relatie van verdachte) bracht voor verdachte immers het risico op ontdekking van zijn buitenechtelijke avonturen met zich mee met de kans dat zijn niets vermoedende vrouw daarvan op de hoogte zou geraken. Voorts had verdachte zichzelf een alter ego aangemeten en had hij er vanwege zijn huwelijksrelatie met zijn vrouw maar ook met het oog op het ongestoord kunnen laten doorgaan van zijn buitenechtelijke escapades alle belang bij om niet ontdekt te worden, niet in de laatste plaats in Enschede en omgeving. De rechtbank legt de verklaringen van verdachte over de seks in de auto, het rijden door [slachtoffer] in zijn auto en de make-up spullen van [slachtoffer] in verdachtes auto als ongeloofwaardig en niet aannemelijk terzijde.
Tussenconclusie
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte [slachtoffer] op zaterdagochtend 26 augustus 2017 tussen 09:30 uur en omstreeks 11:00 uur door geweld om het leven heeft gebracht. Na 11:14 uur die ochtend was de telefoon van [slachtoffer] uit de lucht. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat verdachte om 11:04 uur de woning van [slachtoffer] heeft verlaten met medeneming van de plastic AH tas en de telefoon van [slachtoffer] en met achterlating van een op zijn minst genomen zeer zwaar gewonde [slachtoffer] , voor zover zij op dat moment al niet ten gevolge van het tegen haar gebruikte zeer zware geweld was overleden. Gelet op het feit dat [slachtoffer] haar vriendinnen van dag tot dag en van uur tot uur tot in detail op de hoogte hield van de ontwikkelingen in haar relatie met verdachte en in het contact met haar vriendinnen ook steeds meer uiting gaf aan haar twijfels over de ware identiteit van verdachte, had zonder meer verwacht mogen worden dat een in leven zijnde [slachtoffer] na het vertrek van verdachte uit haar woning het gesprek met verdachte via haar onafscheidelijke telefoon aan haar vriendinnen zou hebben teruggekoppeld. Die kans heeft [slachtoffer] niet meer gehad.
Verdachte is naar [slachtoffer] toegegaan en moet haar, gelet op haar verwondingen, meermalen met een zwaar voorwerp op het hoofd hebben geslagen. Uit het feit dat er daardoor bloedende wonden op het hoofd van [slachtoffer] ontstonden, leidt de rechtbank af dat dit slaan met kracht is gebeurd. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat deze handelingen gericht waren op de dood van [slachtoffer] en heeft verdachte er aldus blijk van gegeven opzet te hebben gehad op de dood van [slachtoffer] . Een ander scenario dan dat verdachte [slachtoffer] om het leven heeft gebracht is niet aannemelijk geworden en acht de rechtbank ook uitgesloten. Verdachte had een motief voor zijn daad en hij is de enige die [slachtoffer] op 26 augustus 2017 nog in leven gezien heeft.
Voorbedachte raad
Vooropgesteld wordt dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel “met voorbedachten rade” (en daarmee de primair tenlastegelegde moord) moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Bij de vraag of sprake is van voorbedachte rade gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval door de rechter, waarbij deze het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte rade pleiten. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing dat met voorbedachte rade is gehandeld, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de omstandigheid dat de besluitvorming en uitvoering in plotselinge hevige drift plaatsvinden, dat slechts sprake is van een korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering of dat de gelegenheid tot beraad eerst tijdens de uitvoering van het besluit ontstaat. Zo kunnen bepaalde omstandigheden (of een samenstel daarvan) de rechter uiteindelijk tot het oordeel brengen dat de verdachte in het gegeven geval niet met voorbedachte rade heeft gehandeld.
De rechtbank stelt met inachtneming van deze vooropstelling op grond van het onderzoek ter terechtzitting vast dat er sprake was van een vooropgezet plan om [slachtoffer] van het leven te beroven en overweegt daartoe als volgt.
Naar het oordeel van de rechtbank is bewezen dat verdachte zijn daad planmatig en weloverwogen heeft uitgevoerd.
Op vrijdagmiddag 25 augustus 2017 heeft hij met medeneming van zijn beide telefoontoestellen gekeken waar hij zijn auto het best kon parkeren. Verdachte is naar het oordeel van de rechtbank helemaal niet van plan geweest om [slachtoffer] die middag te bezoeken en heeft naar het oordeel van de rechtbank ook niet bij haar voor de deur gestaan. De rechtbank neemt voor dat standpunt ook in aanmerking het feit dat verdachte verklaard heeft dat hij op dat moment de plastic AH-tas met haar vest en make-up spullen niet bij zich had (‘vergeten’) terwijl verdachte het blijkens zijn verklaring belangrijk vond om haar die spullen terug te geven. Bovendien zouden die spullen volgens een eerdere verklaring van verdachte na de door hem beweerde seks met [slachtoffer] in zijn auto, al die tijd in de auto zijn blijven liggen.60.De rechtbank stelt dan ook vast dat de verklaringen van verdachte op dit punt tegenstrijdig zijn.
De volgende ochtend is verdachte wederom naar de [straat slachtoffer] gereden. Verdachte heeft toen bewust zijn beide telefoons thuis gelaten - naar de rechtbank aanneemt - om via zijn telefoons in elk geval niet aan de PD gelinkt te kunnen worden. De rechtbank acht de verklaring die verdachte heeft gegeven voor het thuis laten van zijn telefoons volstrekt ongeloofwaardig mede in het licht van zijn eigen verklaring dat hij zijn telefoons altijd en overal met zich meeneemt. Slechts de keren dat hij alleen voor de seks met [slachtoffer] naar haar toeging, is het weleens gebeurd dat hij de telefoons thuis verborg.61.Echter, op 26 augustus 2017 ging verdachte helemaal niet voor de seks naar de [straat slachtoffer] maar om de relatie – die al enige tijd vanwege de aan verdachte toegeschreven maar door hem niet gewenste zwangerschap van [slachtoffer] zwaar onder druk stond – naar eigen zeggen in een face-to-face gesprek met [slachtoffer] te beëindigen. Zijn beschrijving van het gesprek dat hij toen met haar heeft gehad is volstrekt ongeloofwaardig. Dat [slachtoffer] , zoals verdachte verklaart, nonchalant reageerde toen hij de relatie verbrak, is in het licht van de druk die zij in de dagen daarvoor op hem uitoefende om zijn verantwoordelijkheid te nemen aangaande het ongeboren kind en haar dreiging alles naar buiten te brengen en de wijze waarop daar doorgaans door verdachte op werd gereageerd, niet voor te stellen. Dit geldt ook voor de verklaring van verdachte dat er in het geheel niet meer is gesproken over haar SMS-je op 25 augustus 2017. De lauwe reactie van [slachtoffer] laat zich ook nauwelijks voorstellen, gelet op de beschrijvingen van het karakter van [slachtoffer] door haar moeder, maar ook door vriendinnen. Zij had een zeer sterk karakter en zou onder deze omstandigheden zeker anders hebben gereageerd dan enkel nonchalant.
Dankzij de getuige [getuige 4] en camerabeelden op de [straat 4] is de aanwezigheid van verdachte in de buurt van de [straat slachtoffer] niet onopgemerkt gebleven en heeft verdachte uiteindelijk op 26 september 2017 - na zich eerst consequent op zijn zwijgrecht te hebben beroepen - toegegeven dat hij een seksuele relatie met haar had en dat hij bij haar in de woning is geweest op 26 augustus 2017. Uit de verklaring van [getuige 4] leidt de rechtbank af dat verdachte een langwerpig voorwerp in de AH-tas met zich voerde. In elk geval is de rechtbank mede op basis van de verklaring van getuige [getuige 4] ervan overtuigd dat er iets anders in de plastic tas zat dan make-up spullen en een vest.
Uit het zware hoofdletsel bij [slachtoffer] , mede als gevolg waarvan zij is komen te overlijden, leidt de rechtbank af dat [slachtoffer] diverse malen met een hard, metalen voorwerp op het hoofd geslagen is.62.In het vorenstaande heeft de rechtbank beschreven wat diverse getuigen verklaren over het karakter van [slachtoffer] . Zij kon in een ruzie luidruchtig reageren en liet zich zeker niet zomaar aan de kant zetten. Verdachte kende ook het felle karakter van [slachtoffer] , zo verklaarde hij ter terechtzitting. Opmerkelijk is dat geen van de buurtbewoners in de ochtend van 26 augustus 2017 geschreeuw uit de woning van [slachtoffer] heeft gehoord. De rechtbank houdt het er daarom voor dat verdachte [slachtoffer] in de woning vrij snel – letterlijk – het zwijgen heeft opgelegd, om zo te voorkomen dat zij hem met geschreeuw zou verraden. Dit duidt op een voorbereiding en niet op een ruzie die ontaardt in een ongeplande geweldsexplosie.
Ook de situatie in de woning van [slachtoffer] en het hierboven beschreven tijdspad, waarbij verdachte rond half tien ’s ochtends in haar woning arriveerde en daar kort na elven met medeneming van de telefoon van [slachtoffer] weer vertrok, is daarvoor ondersteunend. De woning van [slachtoffer] was uitvoerig doorzocht, lades waren opengetrokken en rondom haar lichaam bevond zich een grote hoeveelheid doeken. In de achtertuin werd de televisie uit haar woning aangetroffen, gewikkeld in een doek.63.Dit alles, naar het zich laat aanzien, om te ensceneren dat [slachtoffer] was gedood bij een uit de hand gelopen inbraak of roof. Dit duidt op zeer berekenend gedrag van verdachte en dus op voorbereiding en daarmee op voorbedachte rade. Het laat zich nauwelijks voorstellen dat verdachte [slachtoffer] tijdens een woordenwisseling in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, met zulk buitensporig geweld dat niet alleen bestond uit het toebrengen van meer dan 40 forse hoofdletsels maar ook uit verstikken, van het leven64.heeft beroofd en daarna de tegenwoordigheid van geest heeft gehad om uiterst planmatig te kunnen ensceneren dat zij (door een ander) bij een inbraak of roof van het leven is beroofd.
Tot slot duidt volgens de rechtbank de afwezigheid van forensische sporen op een zeer deugdelijke voorbereiding van het doden van [slachtoffer] . Er zijn zeer veel geweldshandelingen toegepast op [slachtoffer] , waarbij zij onmiskenbaar bloed heeft verloren. Ze had forse hoofdwonden en schedelbreuken. Zoals beschreven, is de woning doorzocht en is de televisie uit haar woning in de achtertuin neergelegd. In de woning zijn schoensporen in bloed aangetroffen. Dactysporen van betekenis die niet toebehoorden aan [slachtoffer] zijn niet aangetroffen. Dit geldt ook voor DNA sporen. Het is welhaast onmogelijk om zonder beschermende kleding genoemde geweldshandelingen uit te voeren en de woning te doorzoeken, zonder ook maar één spoor te doneren. Gelet op de schoensporen in bloed gezet en het feit dat ook bloed op de kleding van verdachte moet hebben gezeten nadat hij [slachtoffer] heeft omgebracht, was de hoeveelheid bloed van [slachtoffer] die is aangetroffen in zijn Audi relatief gering. Verdachte moet dus beschermende kleding hebben gedragen toen hij [slachtoffer] ombracht. Ook dit duidt op zorgvuldige voorbereiding.
De conclusie van de rechtbank is dat de gewelddadige dood van [slachtoffer] tevoren door verdachte is gepland en voorbereid.
Na zijn daad is verdachte naar huis gegaan en heeft hij de chatgesprekken met [slachtoffer] op zijn telefoon gewist. Door het feit dat [slachtoffer] de chats met verdachte deelde met haar vriendinnen, heeft de rechtbank inzicht gekregen in het verloop van de relatie tussen verdachte en [slachtoffer] . Verdachte heeft ter terechtzitting desgevraagd toegegeven dat de in het dossier opgenomen chatgesprekken van hem en [slachtoffer] zijn. Verdachte heeft ook verklaard dat hij pas op
29 augustus 2017 bij zijn aanhouding dan wel van zijn raadsman heeft vernomen van de dood van [slachtoffer] door een misdrijf. De rechtbank acht ook deze verklaring van verdachte volstrekt ongeloofwaardig en verwijst daartoe naar de waarnemingen van het observatieteam op 29 augustus 201765.van verdachte en [getuige 3] in het Van der Valkhotel alsmede naar de verklaring van [getuige 3] dat verdachte die avond naar een uitzending van Opsporing Verzocht keek en toen heel stil was.66.Ook heeft [getuige 3] verklaard dat verdachte op zaterdag 26 augustus 2017 pas om 12:00 uur terug appte nadat zij verdachte eerder die ochtend om kwart over negen en om half twaalf een app had gestuurd. Meestal reageerde verdachte snel op haar appjes. Verdachte antwoordde haar op haar vraag of het wel goed ging met hem dat hij moe was en bezig. [getuige 3] vond verdachte stil.67.
Conclusie
De rechtbank acht de primair tenlastegelegde moord wettig en overtuigend bewezen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 26 augustus 2017 te Enschede, opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd door die [slachtoffer] meerdere malen met kracht te stompen, te schoppen en/of (met enig voorwerp) tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of meerdere malen heftig mechanisch botsend geweld toe te passen op het hoofd, de keel/hals en/of het lichaam van die [slachtoffer] en/of de mond/neus van die [slachtoffer] af te dekken en/of samen/dicht te drukken en/of (aldus) de ademhaling van die [slachtoffer] te beletten en/of die [slachtoffer] te doen stikken en/of die [slachtoffer] te wurgen en/of heftig mechanisch omsnoerend/samendrukkend geweld toe te passen op de keel/hals van die [slachtoffer] .
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
5. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 289 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf: moord.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.
7. De op te leggen straf of maatregel
7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en geen verder inhoudelijk standpunt met betrekking tot de strafmaat ingenomen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft door middel van excessief geweld welbewust een einde gemaakt aan het leven van de zwangere [slachtoffer] . Verdachte is hierbij planmatig, berekenend en uiterst kil te werk gegaan. Daarmee is [slachtoffer] het meest fundamentele recht ontnomen waarover een mens beschikt, te weten het recht op leven. Daarbij was zij zwanger en heeft [slachtoffer] door het handelen van verdachte nooit mogen ervaren wat het is om moeder te worden. Met dit vreselijke en onomkeerbare verlies is onherstelbaar leed en verdriet toegebracht aan de nabestaanden, die verder zullen moeten zonder hun dochter en zus. Dit is ter terechtzitting indringend naar voren gebracht door de jongste broer, vader en moeder van het slachtoffer, die ter terechtzitting gebruik hebben gemaakt van hun spreekrecht. De rechtsorde is door dit feit ernstig geschokt en het hoeft geen betoog dat een dergelijk feit sterke gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving teweeg brengt. Verdachte heeft geen openheid van zaken willen geven over zijn betrokkenheid bij het feit, waarmee hij het verwerkingsproces bij de nabestaanden die met onbeantwoorde vragen achterblijven, ernstig bemoeilijkt.
Wat betreft de persoon van verdachte houdt de rechtbank rekening met de over verdachte opgemaakte Pro Justitia rapportages van respectievelijk drs. S. Labrijn, gz-psycholoog van
4 februari 2018 en G.J.A.M. Bakkeren, psychiater van 29 januari 2018. In deze rapportages komt naar voren dat verdachte dertig jaar geleden een ernstig verkeersongeluk heeft gehad, waardoor hij thans nog fysieke ongemakken ondervindt en waardoor hij onder andere een penisprothese heeft gekregen. Deskundige Labrijn concludeert dat dit ongeluk heeft geleid tot minderwaardigheidsgevoelens en angst voor fysiek ongemak. Verdachte heeft hierin voor zichzelf een weg gevonden door overspel te plegen. Ook is hij door het ongeluk steeds bezig met compenseren, door zichzelf een geïdealiseerd beeld voor te houden en door met de ‘kick van de verovering’ het gekwetste zelfbeeld te compenseren. Bij verdachte is sprake van obsessief vreemdgaan, mede vanwege een seksueel probleem en er zijn narcistische trekken van een persoonlijkheidsstoornis. Deskundige Bakkeren concludeert dat er bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, te weten verwerkingsproblematiek van seksueel disfunctioneren. Die bestaat eruit dat verdachte vanuit onlustgevoelens over zijn seksuele functioneren waarin hij zich ernstig in zijn man beeld tekort voelt schieten, buitenechtelijke, vaak kortdurende seksuele relaties met vrouwen zoekt. De gebrekkige ontwikkeling bestaat uit een persoonlijkheid waarin narcistische kenmerken en emotionele geslotenheid opvallen.
Nu verdachte ontkent, hebben de deskundigen geen zicht kunnen krijgen op een eventueel verband tussen de stoornis en gebrekkige ontwikkeling enerzijds en het tenlastegelegde anderzijds en kan er geen onderbouwde risicotaxatie worden gegeven.
De rechtbank is van oordeel dat het feit dat verdachte [slachtoffer] van wie hij wist dat zij zwanger was, in de kracht van haar leven op een uiterst berekende en lafhartige wijze met veel geweld om het leven heeft gebracht een langere gevangenisstraf rechtvaardigt dan de door de officier van justitie geëiste gevangenisstraf van achttien jaren. De rechtbank acht oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twintig jaren passend en geboden.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de aan hem toebehorende op de beslaglijst vermelde auto, aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.
8. De schade van benadeelden
8.1
De vordering van de benadeelde partij
[benadeelde partij] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 6.024,51, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- humanistische uitvaartbegeleiding € 240,00;
- uitvaartkosten Yarden en crematorium € 7.467,26;
- pennen uitvaart € 332,02;
- attentie muziekdame salsa € 15,15;
- attentie [naam 1] € 69,95;
- attentie [naam 2] € 28,35;
- attentie hum dame € 28,35;
- attentie zangeres met pleegkind € 28,35;
- postzegels dankkaarten € 288,60;
- eten na uitvaart incl. fooi € 500,00;
- memoria dankkaartjes € 309,76;
- opvragen kredietinfo € 4,95;
- lunch overleg officier van justitie € 65,00;
- verklaring van erfrecht € 435,60;
- leges papieren Renault Megane € 31,50;
- tenaamstellingleges € 9,98.
De benadeelde partij heeft een bedrag van € 3.830,31 van de schade vergoed gekregen door Yarden uitvaartverzekering.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering, met uitzondering van het gevorderde onder de post “eten na uitvaart incl. fooi”, kan worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd op de civiele vordering.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
De onder de post “eten na uitvaart incl. fooi” opgevoerde schade is onvoldoende komen vast te staan, omdat de gestelde schade in onvoldoende rechtstreeks verband staat tot het gepleegde feit, terwijl door of namens verdachte de omvang ervan gemotiveerd is betwist. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadepost alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige belasting van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij die gelegenheid niet zal bieden. De benadeelde partij zal om die reden voor dat deel niet-ontvankelijk worden verklaard. De benadeelde partij kan de vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De overige opgevoerde schadeposten zijn niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 5.524,51, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
9. De toegepaste wettelijke voorschriften
De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.
10. De beslissing
De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: moord;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij] van een bedrag van € 5.524,51 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2017;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de maatregel op dat veroordeelde verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 5.524,51, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2017 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 62 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [benadeelde partij] , voor een deel van € 500,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van de auto aan veroordeelde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.W.M. Hendriks, voorzitter, mr. A.M. Rikken en mr. M.A.H. Heijink, rechters, in tegenwoordigheid van H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2018.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 07‑06‑2018
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 28 augustus 2017, pagina’s 1373 t/m 1375.
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 590.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 595.
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 598.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 november 2017, pagina 1937, laatste 5 alinea’s.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 20 november 2017, pagina’s 366 t/m 368.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 20 oktober 2017, pagina 1159.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 28 augustus 2017, pagina 1375.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 september 2017, pagina 1796, laatste 2 alinea’s; Het proces-verbaal van verhoor [getuige 5] van 6 november 2017, pagina 1230.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 7 september 2017, pagina 1216.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 601.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 27 augustus 2017, pagina’s 1035 en 1036.
Het NFI rapport Pathalogie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood van rapporteur dr. V. Soerdjbalie-Maikoe van 19 januari 2018, pagina’s 2882 t/m 2888.
Het rapport DNA verwantschapsonderzoek van rapporteur A.J. Kal van 29 november 2017, pagina 2938.
Het proces-verbaal van de zitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van de zitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] van 27 augustus 2017, pagina’s 1312 en 1313; Het proces-verbaal van getuige [getuige 1] van 28 augustus 2017, pagina 1374.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 8] van 16 november 2017, pagina 1067.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 9] van 30 november 2017, pagina 871; Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 10] van 30 november 2017, pagina 872; Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 11] van 30 november 2017, pagina 873.
Bijlage behorende bij het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 607.
Bijlage behorende bij het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 633
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 588.
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 590.
Bijlage behorende bij het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 640 en 641
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina’s 590 en 591.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] van 27 augustus 2017, pagina 1313, tweede alinea; Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] van 27 augustus 2017, pagina 1036, derde alinea.
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 593.
Het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 597.
Bijlage behorende bij het proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, onder meer pagina’s 642, 643, 645 en 648.
Proces-verbaal analyse tijdlijn van [verbalisant] van 26 april 2018, pagina 598.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 21 november 2017, pagina 1937, laatste vijf alinea’s.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 28 augustus 2017, pagina 1375.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 20 oktober 2017, pagina 1159.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 31 augustus 2017, pagina’s 1352 en 1353.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 7 september 2017, pagina 1216.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van uitkijken beelden Albert Heijn H.J. van Heekplein van verbalisant [verbalisant] van 21 september 2017, pagina 462.
Het relaas proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] van 30 april 2018, pagina 40.
Het proces-verbaal onderzoek gegevens van verbalisant [verbalisant] van 4 april 2018, pagina’s 744 en 745.
Het proces-verbaal van voertuigherkenning van verbalisant [verbalisant] van 5 april 2018, pagina 756, laatste alinea.
Het proces-verbaal bevindingen uitkijken camerabeelden Shell Parkweg van verbalisant [verbalisant] van 20 oktober 2017, pagina’s 297 en 298.
Het proces-verbaal onderzoek gegevens van verbalisant [verbalisant] van 4 april 2018, pagina’s 744 en 745.
Het proces-verbaal sporenonderzoek van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] van 8 september 2017, pagina’s 2400 t/m 2402.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 6 november 2017, pagina 1231.
Het NFI rapport van rapporteur dr. S. van Soest van 12 september 2017, pagina’s 2923 en 2924.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 22 februari 2018, pagina 509; Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 11 april 2018, pagina 553.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte; Het proces-verbaal van verbalisant [verbalisant] van 22 september 2017, pagina 575.
Het proces-verbaal van uitkijken beelden Albert Heijn H.J. van Heekplein van verbalisant [verbalisant] van 21 september 2017, pagina 462.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Fotomap behorende bij proces-verbaal 2017399666-16, pagina 2321, bovenste foto.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 25 mei 2018, inhoudende de verklaring van verdachte.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte van 26 september 2017, pagina 1796.
Microsporenonderzoek aan schedeldelen van rapporteur P.D. Zoon van 9 april 2018, pagina 2952.
Het proces-verbaal sporenonderzoek van verbalisanten [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] van 5 september 2017, pagina 2230.
Het NFI rapport Pathalogie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood van rapporteur dr. V. Soerdjbalie-Maikoe van 19 januari 2018, pagina’s 2882 t/m 2888.
Het proces-verbaal van observatie dinsdag 29 augustus 2017 van verbalisanten 789, T24, 444, T21, T70, T91, 615 en 808, pagina 593.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 31 augustus 2017, pagina’s 1354 en 1355.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 31 augustus 2017, pagina’s 1353.