NJ 1929, p. 1745
Verkoop en levering van door den verkooper in pand gegeven aandeelen aan toonder, waarop bovendien onder den pandhouder beslag was gelegd. Beteekening van de koopakte aan den pandhouder. Weigering van dezen om een ander dan den pandgever als eigenaar te erkennen. Invloed van het beslag op de levering.
HR 01-11-1929, ECLI:NL:HR:1929:136, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten (Proehl & Gutmann)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 1929
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Schepel, van Gelein Vitringa, Kirberger, Polak.
- Zaaknummer
[01111929/NJ_1929,_p._1745]
- Conclusie
Mr. Van Lier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Roepnaam
Proehl & Gutmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS102227:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1929:136, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑11‑1929
- Wetingang
(BW art. 596, 668, 1198; Rv art. 735-757d.)
Essentie
Verkoop en levering van door den verkooper in pand gegeven aandeelen aan toonder, waarop bovendien onder den pandhouder beslag was gelegd. Beteekening van de koopakte aan den pandhouder. Weigering van dezen om een ander dan den pandgever als eigenaar te erkennen. Invloed van het beslag op de levering.
Samenvatting
Het bezit in den zin van art. 585 B. W. was bij den pandgevereigenaar gebleven. Hij kon de heerschappij, in den omvang waarin deze bij hem was verbleven, aan den kooper overdragen zonder medewerking van den pandhouder. Dat feitelijke overgave van de stukken niet mogelijk was, staat aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.