NJB 2019/2370:Kinderopvangtoeslag. De Afdeling komt terug van eerdere jurisprudentie en legt artikel 26 Awir voortaan zo uit dat weliswaar in die bepaling een betalingsverplichting van de belanghebbende is neergelegd, maar dat hierin niet imperatief is voorgeschreven dat de Belastingdienst/Toeslagen het gehele bedrag van de belanghebbende moet terugvorderen. De bepaling biedt de Belastingdienst/Toeslagen discretionaire ruimte bij de vaststelling van het bedrag dat wordt teruggevorderd, waarbij hij artikel 3:4 Awb in acht moet nemen