Overeenkomst inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats voor watervogels
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 21-12-1975
- Bronpublicatie:
02-02-1971, Trb. 1975, 84 (uitgifte: 15-08-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
21-12-1975
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-1980, Trb. 1980, 90 (uitgifte: 05-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
1.
Elke Overeenkomstsluitende Partij bevordert het behoud van watergebieden en watervogels door het stichten van natuurreservaten in watergebieden, ongeacht of deze al dan niet zijn opgenomen in de Lijst, en neemt passende maatregelen voor de bewaking daarvan.
2.
Indien een Overeenkomstsluitende Partij om dringende redenen van nationaal belang de grenzen van een in de Lijst opgenomen watergebied opheft of beperkt, dient zij, voor zover zulks mogelijk is, een verlies van een gedeelte van de watergebieden te compenseren en zij dient in het bijzonder aanvullende natuurreservaten te stichten voor watervogels en voor de bescherming, hetzij in hetzelfde gebied, hetzij elders, van een passend deel van hun oorspronkelijk woongebied.
3.
De Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen het wetenschappelijk onderzoek en de uitwisseling van gegevens en publikaties met betrekking tot watergebieden en hun flora en fauna.
4.
De Overeenkomstsluitende Partijen trachten door een goed beheer de watervogelstand in de daartoe geëigende watergebieden te vermeerderen.
5.
De Overeenkomstsluitende Partijen bevorderen de opleiding van deskundig personeel op het gebied van het onderzoek, het beheer en het bewaken van watergebieden.