V-N 2018/55.16
Met terugwerkende kracht verleende hogere vrijstelling ontneemt grondslag naheffingsaanslag grondwaterbelasting
HR 12-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1898, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 oktober 2018
- Magistraten
Koopman, Van Loon, Van Kalmthout, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/00175
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929724:1
- Vakgebied(en)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1898, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1349, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑11‑2017
- Wetingang
art. 10 lid 1 onderdeel g Wbm
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling van grondwaterbelasting van toepassing is die geldt volgens de gewijzigde vergunning. Dat deze met terugwerkende kracht is verleend, is niet van belang. Het ligt niet op de weg van de inspecteur om de geldigheid van de vergunning te beoordelen.
Samenvatting
X bv is houder van een warmte/koudeopslaginstallatie (WKO) voor de warmtevoorziening van woningen. X bv onttrekt veel grotere hoeveelheden grondwater dan op grond van een vergunning uit 2000 is toegestaan. Op grond van deze vergunning geldt namelijk een vrijstelling tot maximaal 36.000 m3. X bv vraagt een nieuwe ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.