NJ 1916, p. 551
HR, 25-04-1916
HR 25-04-1916, ECLI:NL:HR:1916:32
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 april 1916
- Magistraten
Voorzitter: Mr. A. M. B. Hanlo., Raden: Mrs. S. Gratama, C. O. Segers, H. Hesse en H. M. A. Savelberg.
- Zaaknummer
[25041916/NJ_1916,_p._551]
- Conclusie
Mr. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS147853:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1916:32, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑04‑1916
- Wetingang
(Sr art. 177.)
Samenvatting
Eene verklaring omtrent iets wat men zelf kan hebben waargenomen wordt geene meening of gissing ook als zij onjuistheden bevat.
De Rechtbank heeft terecht op hetgeen zij als bewezen aannam art. 177 1°. Sr. toepasselijk verklaard.
De in art. 177 Sr. gebezigde uitdrukking „gift doen" heeft eene andere beteekenis dan die van schenken enkel uit vrijgevigheid; zij omvat elk overdragen aan een ander van iets, dat voor dezen waarde heeft, mits gedaan met het in dit artikel omschreven oogmerk, om een ambtenaar te bewegen in zijnebediening in strijd met zijn plicht iets te doen of na te laten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.