Einde inhoudsopgave
Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen
Artikel 77 [Beroep inzake overplaatsing, proefverlof etc.]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
03-04-2019, Stb. 2019, 141 (uitgifte: 12-04-2019, kamerstukken: 33844)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-10-2020, Stb. 2020, 456 (uitgifte: 18-11-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht / Justitiële jeugdinrichtingen
1.
De betrokkene heeft het recht tegen de beslissing van Onze Minister op het bezwaar- of verzoekschrift voor zover dit betreft een gehele of gedeeltelijke ongegrondverklaring, onderscheidenlijk afwijzing als bedoeld in de artikelen 18 en 19 een met redenen omkleed beroepschrift in te dienen bij de commissie, bedoeld in artikel 78, eerste lid. De betrokkene heeft ook het recht een beroepschrift in te dienen in het geval dat het indienen van een bezwaarschrift op de grond als vermeld in artikel 18, vijfde lid, achterwege is gebleven.
2.
De jeugdige heeft het recht tegen een hem betreffende beslissing aangaande verlof, voor zover hiertegen geen beklag ingevolge artikel 65, eerste en tweede lid, openstaat, een met redenen omkleed beroepschrift in te dienen bij de commissie, bedoeld in artikel 78, eerste lid.
3.
Het tweede lid is overeenkomstig van toepassing op de beslissing van Onze Minister, strekkende tot weigering van het verlenen van een machtiging tot deelname aan het scholings- en trainingsprogramma, na het verzoek, bedoeld in artikel 3, zesde lid. De jeugdige heeft ook het recht een beroepschrift in te dienen indien een tijdige beslissing op de aanvraag tot het verlenen van een machtiging uitblijft en tegen de beslissing tot intrekking van die machtiging door Onze Minister.
4.
Tegen een beslissing als bedoeld in artikel 51e, eerste lid, kan rechtstreeks beroep worden ingesteld bij de Raad.