AB 2019/144
Terugwerkende kracht. Schijn van bevoegdheid. Geldigheidsvoorwaarden.
ABRvS 16-01-2019, ECLI:NL:RVS:2019:98, m.nt. G. Boogaard en J. Uzman
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 januari 2019
- Magistraten
Mrs. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, D.A.C. Slump, N. Verheij
- Zaaknummer
201806374/1/A2
- Noot
G. Boogaard en J. Uzman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS31493:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Staatsrecht / Kiesrecht
Staatsrecht / Wetgeving
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:98, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Schijn van bevoegdheid. Intrekking Wet raadgevend referendum kon juridsch effectief met terugwerkende kracht geschieden. Minister niet meer bevoegd te beschikken over referendabiliteit intrekking.
Samenvatting
De Afdeling stelt voorop dat de Intrekkingswet op zichzelf op grond van de Wrr aan een referendum zou kunnen worden onderworpen, indien daarover geen nadere bepalingen zouden zijn opgenomen. Vaststaat evenwel dat de wetgever ervoor heeft gekozen om de mogelijkheid van het houden van een raadgevend referendum over de Intrekkingswet uit te sluiten. De wetgever heeft dit ondubbelzinnig tot uitdrukking gebracht in artikel V en VI van de Intrekkingswet. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.