RvdW 2018/531
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Vonnis uitgesproken na benoeming van een van rechters tot raadsheer; vonnis eerder gewezen ook indien na defungeren op ondergeschikte punten wijzigingen hebben plaatsgevonden?; nietigheid vonnis; terugwijzing; rechtspraak m.b.t. rechterswisseling.
HR 13-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:604
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 april 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/04820
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:604, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:156, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑02‑2018
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Vonnis uitgesproken na benoeming van een van rechters tot raadsheer; vonnis eerder gewezen ook indien na defungeren op ondergeschikte punten wijzigingen hebben plaatsgevonden?; nietigheid vonnis; terugwijzing; rechtspraak m.b.t. rechterswisseling.
Een rechterlijk ambtenaar die werkzaam is bij een rechtbank is vanaf de datum met ingang waarvan hij of zij tot raadsheer of senior raadsheer in een gerechtshof is benoemd, niet meer bevoegd om als rechter in een rechtbank op te treden, tenzij hij of zij tevens tot rechter-plaatsvervanger is benoemd.
Een beschikking, vonnis of arrest kan worden uitgesproken nadat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.