V-N Vandaag 2019/554:Geen schending hoorplicht ondanks voortijdig einde van hoorgesprek

V-N Vandaag 2019/554

Geen schending hoorplicht ondanks voortijdig einde van hoorgesprek

Documentgegevens:

Rb. Den Haag 29-11-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14486

Instantie: Rechtbank Den Haag
Datum: 29 november 2018
Zaaknummer: SGR 18/2593
SGR 18/2595
Vakgebied(en): Fiscaal bestuursrecht (V)
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Invordering (V)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Brondocumenten: ECLI:NL:RBDHA:2018:14486, Uitspraak, Rechtbank Den Haag, 29‑11‑2018
Wetingang: Invorderingswet 1990 (BWBR0004770, 28c)Algemene wet inzake rijksbelastingen (BWBR0002320, 26)Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (BWBR0005806, 10)Algemene wet bestuursrecht (BWBR0005537, 7:2)

Essentie

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden ondanks dat door onenigheid over andere zaken het hoorgesprek door X voortijdig werd afgebroken.

Samenvatting

X doet BPM-aangiften voor twee ingevoerde personenauto’s. De aangiften zijn gebaseerd op koerslijsten van AutotelexPro. X voldoet aldus € 4115 en € 12.855. In geschil is of in de bezwaarfase de hoorplicht is geschonden of voor de waardebepaling mag worden uitgegaan van de (lagere) waarde van ex-rentals en of rente moet worden vergoed omdat de BPM ten minste veertien dagen vóór de registratie is voldaan. Niet in geschil is dat op de koerslijsten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.