Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2006/7/EG betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit
Artikel 4 Zwemwaterkwaliteitsbeoordeling
Geldend
Geldend vanaf 24-03-2006
- Bronpublicatie:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 2006/7/EG)
- Inwerkingtreding
24-03-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-02-2006, PbEU 2006, L 64 (uitgifte: 04-03-2006, regelingnummer: 2006/7/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat de reeksen zwemwaterkwaliteitsgegevens verzameld worden op basis van de controle van de parameters van bijlage I, kolom A.
2.
Zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen worden uitgevoerd:
- a)
voor elk zwemwater;
- b)
na afloop van elk badseizoen;
- c)
aan de hand van de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens die met betrekking tot dat badseizoen en de drie voorgaande badseizoenen zijn verzameld, en
- d)
overeenkomstig de procedure van bijlage II.
Een lidstaat kan evenwel besluiten zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen uit te voeren aan de hand van de reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens die uitsluitend met betrekking tot de drie voorgaande badseizoenen zijn verzameld. In dat geval stelt hij de Commissie daarvan vooraf in kennis. Ook indien de lidstaat later besluit om de beoordelingen opnieuw op basis van de vier voorgaande badseizoenen uit te voeren, stelt hij de Commissie daarvan in kennis. De lidstaten mogen de toegepaste beoordelingsperiode slechts eenmaal in de vijf jaar wijzigen.
3.
Reeksen zwemwatergegevens die worden gebruikt voor zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen zijn altijd gebaseerd op ten minste 16 monsters, of, in de bijzondere omstandigheden als bedoeld in bijlage IV, punt 2, op ten minste 12 monsters.
4.
Mits
- —
aan de bepaling van lid 3 is voldaan, of
- —
de reeks zwemwatergegevens die voor zwemwaterkwaliteitsbeoordelingen gebruikt worden op ten minste acht monsters zijn gebaseerd, wanneer het gaat om zwemwater met een badseizoen van ten hoogste acht weken,
mag een zwemwaterkwaliteitsbeoordeling evenwel worden uitgevoerd aan de hand van zwemwaterkwaliteitsgegevens die betrekking hebben op minder dan vier badseizoenen, indien:
- a)
het zwemwater recentelijk als zodanig is aangewezen;
- b)
wijzigingen zijn opgetreden die de indeling van het zwemwater overeenkomstig artikel 5 waarschijnlijk zullen beïnvloeden, in welk geval de beoordeling wordt uitgevoerd aan de hand van een reeks zwemwaterkwaliteitsgegevens die alleen bestaan uit de resultaten voor monsters die genomen zijn nadat de wijzigingen zijn opgetreden, of
- c)
het zwemwater reeds is beoordeeld overeenkomstig Richtlijn 76/160/EEG, in welk geval gelijkwaardige gegevens verzameld op grond van Richtlijn 76/160/EEG worden gebruikt, en de parameters 2 en 3 van de bijlage van Richtlijn 76/160/EEG voor dit doel beschouwd worden als gelijkwaardig aan de parameters 2 en 1 in bijlage I, kolom A, bij deze richtlijn.
5.
De lidstaten mogen in het licht van de zwemwaterkwaliteitsbeoordeling bestaande zwemwateren onderverdelen of groeperen. Zij mogen bestaande zwemwateren alleen groeperen indien deze wateren:
- a)
aangrenzend zijn;
- b)
overeenkomstig lid 2, lid 3 en lid 4, punt c), tijdens de vier voorgaande jaren op dezelfde wijze beoordeeld zijn, en
- c)
een zwemwaterprofiel met gemeenschappelijke risicofactoren dan wel zonder risicofactoren vertonen.