Er bestaat samenhang tussen onderhavige zaak en de zaken met nummers 12/01359 ([medeverdachte 13]), 12/01206 ([medeverdachte 9]), 12/02138 ([medeverdachte 1]), 12/02142 ([medeverdachte 2]), 12/02145 ([medeverdachte 3]), 12/02236 ([medeverdachte 4]), 12/02238 ([medeverdachte 5]), 12/02246 ([medeverdachte 6]), 12/02294 ([medeverdachte 7]), 12/02555 ([medeverdachte 8]), en 12/03076 ([medeverdachte 11]). In al deze zaken zal ik vandaag concluderen. In de eveneens samenhangende zaak met nummer 12/02247 ([medeverdachte 12]) heb ik reeds op 19 februari 2013 geconcludeerd.
HR, 02-07-2013, nr. 12/01361
ECLI:NL:HR:2013:126
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
02-07-2013
- Zaaknummer
12/01361
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2013:126, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2013; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:83, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2013:83, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2013
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2013:126, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2013-0316
Uitspraak 02‑07‑2013
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Checkpoint-zaak. Het middel slaagt op de gronden als vermeld in het arrest onder nummer 12/01359, LJN BZ6654.
Partij(en)
2 juli 2013
Strafkamer
nr. 12/01361
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 2 februari 2012, nummer 22/002081-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , gevestigd te [vestigingsplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De raadsman van de verdachte, mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam, heeft het beroep tegengesproken.
De Advocaat-Generaal A.J. Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van het middel
2.1.
Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van de verdachte wegens schending van beginselen van behoorlijke procesorde.
2.2.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
"1.
zij, de rechtspersoon [verdachte] (gevestigd te Terneuzen), op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 juni 2007 tot en met 19 mei 2008, in de gemeente(n) Terneuzen en/of Hulst en/of Vlissingen, althans in het Arrondissement Middelburg en/of het Arrondissement Breda, in elk geval in Nederland, (telkens) in de uitoefening van een beroep of bedrijf (namelijk als "coffeeshop Checkpoint"), (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) hennep en/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), en/of (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) hoeveelhe(i)d(en) (van meer dan 30 gram) hennep en/of hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
zij, de rechtspersoon [verdachte] (gevestigd te Terneuzen), op of omstreeks 20 mei 2008, in de gemeente Terneuzen en/of Hulst en/of Vlissingen, althans in het Arrondissement Middelburg, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (op nader te noemen locaties) opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van (in totaal) ongeveer 130,8 kilogram hennep en/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van meer dan 30 gram hennep en/of hasjiesj, namelijk:
- in een pand aan de [b-straat 1] te Terneuzen (woning van verdachte) ongeveer 81,20 gram hasjiesj en/of
- in een pand aan de [c-straat 1] te Terneuzen (woning [medeverdachte 2]) ongeveer 93 gram hasjiesj en/of 41 gram hennep en/of 2262 gram henneptoppen en/of
- in een pand aan de [d-straat 1] te Hengstdijk (woning [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 11]) ongeveer 77,71 kilogram hennepen/of 0,6 gram hasjiesj en/of
- in een pand aan de [e-straat 1] te Vlissingen (woning [medeverdachte 7]) ongeveer 280,58 gram hennepen/of 2,47 gram hasjiesj en/of
- in een pand aan de [f-straat 1] te Terneuzen (woning [medeverdachte 8]) ongeveer 8,132 kilogram hennep en/of 13,6 gram hasjiesj en/of
- in een pand aan de [f-straat 2] te Terneuzen (woning [medeverdachte 1]) ongeveer 23,164 kilogram hennepen/of
- in een pand aan de [a-straat 1] te Terneuzen (eigendom verdachte, onbewoond) ongeveer 71,2 gram hennep en/of
- in een pand aan de [g-straat 1] te Biervliet (woning [medeverdachte 3]), ongeveer 4348 gram hennep en/of 433,2 gram hennep (verwerkt in joints) en/of 2,40 gram hasjiesj en/of
- in een pand aan de [h-straat 1] te Terneuzen (woning [medeverdachte 5]) ongeveer 9942 gram hennep en/of
- in een pand aan de Westkolkstraat 4 te Terneuzen (Coffeeshop checkpoint) ongeveer 4212,3 gram hennep en/of hasjiesj en/of
- in een pand aan de Nieuwstraat 50b te Terneuzen (kantoor coffeeshop Checkpoint) ongeveer 7,76 gram hasjiesj en/of 7,15 gram hasjiesj, zijnde hennep en/of hasjiesj (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
zij, de rechtspersoon [verdachte], op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2007 tot en met 20 mei 2008, in de gemeente Terneuzen, (telkens) gebruik makende van technische hulpmiddelen, te weten 45 (verborgen) camera's, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, wederrechtelijk van (een) perso(o)n(en), aanwezig op een voor publiek toegankelijke plaats (te weten coffeeshop Checkpoint) en/of een/de openbare weg (nabij en/of rondom coffeeshop Checkpoint), (een) afbeelding(en) heeft vervaardigd;
4.
zij, de rechtspersoon [verdachte], in of omstreeks de periode van 1 juni 2007 tot en met 20 mei 2008 in de gemeente Terneuzen (in een perceel aan de Westkolkstraat), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet opzettelijk, één of meer radiozendapparaten, te weten:
- een radiozendapparaat als bedoeld in artikel 1.1 onder kk van de Telecommunicatiewet, een zogenaamde GSM-jammer, (merk Radio Capsule, model SRC-300), bestemd voor het uitzenden van een permanent signaal over de frequentiebanden van 920 tot en met 945 Megahertz en/of 1810 tot en met 1895 Megahertz (welke frequentiebanden in gebruik zijn bij een of meer provider(s) van mobiele telefonie) en/of
- twee radiozendapparaten als bedoeld in artikel 1.1 onder kk van de Telecommunicatiewet, te weten zogenaamde portofonen, (merk Motorola, model Radiuis CP100, serienummers 009TFW4527 en/of 009TFW4481), bestemd voor het uitzenden en ontvangen van (communicatie)signalen op vrij programmeerbare frequenties liggende in de 400-500 Megahertzband, heeft aangelegd (geheel of gedeeltelijk) en/of aanwezig heeft gehad en/of heeft gebruikt, terwijl voor het gebruik ervan aan de houder van die radiozendapparaten op grond van hoofdstuk 3 van de Telecommunicatiewet geen vergunning voor het gebruik van frequentieruimte was verleend;
5.
zij, de rechtspersoon Checkpoint, in of omstreeks de periode van 26 juni 2007 tot en met 01 juli 2007, in de gemeente Terneuzen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk vanuit België binnen het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 4043 gram, in elk geval een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, opzettelijk met haar mededader(s) telefonisch een afspraak heeft gemaakt tot levering van een partij hennep (vanuit België naar Nederland) en/of (waarna) die mededader(s) een (personen)auto met hennep heeft beladen en/of naar/in de richting van Nederland is vertrokken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en voor zover ter zake van het onder 5 ten laste gelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, ter zake dat [betrokkene 1] in of omstreeks de periode van 26 juni 2007 tot en met 1 juli 2007 te België, ter uitvoering van het door [betrokkene 1] voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet, ongeveer 4043 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, opzettelijk zijn (personen)auto met hennep heeft beladen en/of naar/in de richting van Nederland is gereden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 26 juni 2007 tot en met 01 juli 2007 opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door met [betrokkene 1] telefonische contact te onderhouden en/of (daarin) een afspraak tot levering van een partij verdovende middelen op 1 juli 2007 te maken en/of een prijsafspraak te maken, althans [betrokkene 1] mede te delen dat het met de prijs wel goed komt;
6.
zij, de rechtspersoon [verdachte], op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 20 mei 2008 in de gemeente Terneuzen, althans in het Arrondissement Middelburg, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, (een) hoeveelhe(i)d(en) hennepen/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), zijnde hennepen/of hasjiesj (een) middel(en) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a van die wet, immers heeft verdachte en/of een of meer van zijn mededader(s), toen en aldaar, aan een of meer perso(o)n(en) (te weten klanten van de "Coffeeshop Checkpoint"), waarvan hij wist dat die perso(o)n(en) die hennep en/of hasjiesj vanuit Nederland naar België en/of Frankrijk zou(den) vervoeren, hennep en/of hasjiesj verkocht en/of verstrekt en/of afgeleverd, zulks terwijl die perso(o)n(en) daadwerkelijk die hennep en/of hasjiesj vanuit Nederland (te weten Terneuzen) naar Frankrijk en/of België heeft/hebben vervoerd;
en voor zover ter zake van het onder 6 ten laste gelegde een veroordeling niet mocht kunnen volgen, ter zake dat
perso(o)n(en), te weten klanten van de coffeeshop Terneuzen, in of omstreeks van 01 januari 2006 tot en met 20 mei 2008 in de gemeente Terneuzen, althans het Arrondissement Middelburg, al dan niet tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, (telkens) (een) hoeveelhe(i)d(en) hennepen/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), zijnde hennep en/of hasjiesj (een) middel(en) als bedoeld in de bij die wet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, aan welk misdrijf/misdrijven zij, de rechtspersoon [verdachte], op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 januari 2006 tot en met 20 mei 2008, in de gemeente Terneuzen, althans in het Arrondissement Middelburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf, (telkens) medeplichtig is geweest door opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen tot het plegen van die misdrijven/het misdrijf, welke medeplichtigheid (telkens) bestond uit het verkopen en/of verstrekken en/of afleveren van (een) hoeveelhe(i)d(en) hennepen/of hasjiesj aan die perso(o)n(en), waarvan verdachte wist dat zij die hennep en/of hasjiesj vanuit Nederland naar België en/of Frankrijk zouden vervoeren;
7.
zij, de rechtspersoon [verdachte] (gevestigd te Terneuzen), op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 02 juni 2007 tot en met 20 mei 2008, in de gemeente Terneuzen en/of elders in Nederland, tezamen en in verenging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van personen en/of rechtspersonen, te weten uit haar, verdachte, en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 11] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 8] en/of een of meer ander(e) perso(o)n(en) en/of rechtsperso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van (een) misdrijf/misdrijven als bedoeld in artikel 11, derde lid en/of artikel 11, vierde lid en/of artikel 11 vijfde lid van de Opiumwet, namelijk:
- het opzettelijk aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep en/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), althans van een of meer middel(en) vermeld op de lijst II van de Opiumwet en/of
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van hennep en/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), althans van een of meer middel(en) vermeld op de lijst II van de Opiumwet en/of
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van hennep en/of hasjiesj (gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd), althans van een of meer middel(en) vermeld op de lijst II van de Opiumwet en/of
- het medeplegen van en/of de medeplichtigheid aan een of meer van bovenomschreven gedraging(en), en welke deelneming bestond uit:
- het opzetten van een (aantal) rechtsperso(o)n(en) rond en/of ten dienste van (de exploitatie van) "coffeeshop Checkpoint" en/of
(zie onder meer pagina 6417, 3164, 1180 tot en met 1999)
- het aanvragen van en/of op naam hebben staan van een gedoogvergunning/beschikking voor het uitbaten/exploiteren van "coffeeshop Checkpoint" en/of
(zie onder meer pagina 6412, 5468, 1133 tot en met 1147)
- het exploiteren van een coffeeshop en/of
(zie onder meer pagina 6422, 6195)
- het (laten) aanschaffen en/of (laten) installeren van een (geautomatiseerd) kassasysteem (met geïntegreerde weegschaal) ten behoeve van de verkoop van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of het (laten) inrichten van een of meer verkooppunt(en) in die coffeeshop ter uitvoering van bovengenoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 6423, 3166, 5124)
- het in dienst nemen en/of aansturen van personeel ten behoeve van de bevoorrading (met bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en)) van bovengenoemde verkooppunten (vanuit een kantoorruimte) ter uitvoering van bovengenoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 6417, 1203 tot en met 1221)
- het in (loon)dienst nemen en/of aansturen en/of opleiden van een of meer medewerker(s) ten behoeve van de inkoop van een of meer partij(en) van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) voor "Coffeeshop Checkpoint" en/of
(zie onder meer pagina 6195, 6196, 6417, 6437, 6535, 6536, 6539, 6540, 12338, 12339, 12340)
- het onderhouden van contacten met een of meer mededader(s) met betrekking tot de uitvoering van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina p. 5409, 6534, 6535, 12011, 12066)
- het hebben van een of meer ontmoeting(en) met een of meer mededader(s) met betrekking tot de uitvoering van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 12011)
- het geven van opdrachten aan een of meer mededader(s) met betrekking tot de uitvoering van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 3171, 3188, 5409, 5412, 5947, 5962, 12145)
- het aanschaffen en/of ter beschikking stellen van een of meer dienstvoertuig(en) ten behoeve van het vervoeren van een of meer partij(en) van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of
(zie onder meer pagina 6417, 5948)
- het (laten) maken/inrichten van een (verborgen) kast in een kantoor van Coffeeshop Checkpoint ten behoeve van de opslag in en/of bevoorrading met bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) van "Coffeeshop Checkpoint" en/of door zodoende controlerende instanties (zoals de politie) te misleiden omtrent de totale handelshoeveelheid van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) van/in "Coffeeshop Checkpoint" en/of
(zie onder meer pagina 6423, 6438, 5400)
- het benaderen van een of meer medewerker(s) van "Coffeeshop Checkpoint" voor het ter beschikking stellen van opslagruimte(n) ten behoeve van de opslag van een of meer partijen van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of
(zie onder meer pagina 6443, 6444, 3165, 5192, 5193, 5207, 5393, 5412, 6003, 6023, 12607, 12609)
- het betalen van een geldelijke vergoeding aan een of meer medewerker(s) voor de opslag van een of meer partij(en) van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of (zie onder meer pagina 1416, 6473, 5195, 6005)
- het in (loon)dienst nemen/hebben en/of aansturen van een of meer thuiswerker(s)/thuiswerkster(s) met betrekking tot de uitvoering van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 6423, 5092, 5142, 5186, 5348, 5392, 5399, 5440, 5465, 6003, 6015)
- het in (loon)dienst nemen en/of aansturen van een of meer vervoerder(s) van bovengenoemd(e) verdovende middel(en) ter uitvoering van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 6438, 6439, 3390, 3345, 3340, 5091, 5196, 5197, 5207, 5349, 5393, 5412, 5434, 5440, 5467, 5468)
- het onderhouden van contacten met een of meer leverancier(s) van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) van "Coffeeshop Checkpoint" ten behoeve van de uitvoering van voornoemd(e) misdrijf/misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 12002, 8007, 12694, 12762, 12764, 12784, 12872, 12883, 12886, 12894, 12902, 12908, 12917, 12931, 12932, 12934, 12942, 12943, 12944, 12945, 12949, 12951)
- het hebben van ontmoetingen met een of meer leverancier(s) van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) van "Coffeeshop Checkpoint" ten behoeve van de uitvoering van voornoemde misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 8007, 12465, 12634, 12864, 12934, 12936, 12940, 12953)
- het aansturen van een meer perso(o)n(en) ten behoeve van de logistieke en/of organisatorische ondersteuning van de uitvoering van voornoemde misdrijven en/of
(zie onder meer pagina 6436, 3167, 5081, 5085, 5086, 5391, 5396)
- het vaststellen van de verkoopprijs en/of inkoopprijs van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of
(zie onder meer pagina 4005, 3165, 12485, 12338)
- het controleren en/of handhaven en/of bevorderen van de kwaliteit van een of meer partij(en van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of
(zie onder meer pagina 4005, 5351, 5398, 12338)
- een of meer geldbedrag(en) ter beschikking stellen ten behoeve van de inkoop van een of meer partij(en) van bovengenoemd(e) verdovend(e) middel(en) en/of
(zie onder meer pagina 3164, 12066)
- het aanwezig hebben van een of meer geldbedrag(en) die betrekking hadden op de uitvoering van bovengenoemd(e) misdrijf/misdrijven
(zie onder meer pagina 6443, 5109)
- het (mede)plegen en/of medeplichtig zijn aan een of meer van bovengenoemd(e) misdrijf/misdrijven,
(zie onder meer pagina 24, 6422, 3166, 8189, 1003, 1009, 1222, 1240, 1241, 1242)
terwijl zij, verdachte, van de organisatie medeoprichter en/of leidinggevende en/of bestuurder is geweest."
2.3.
Het Hof heeft in het bestreden arrest ten aanzien van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn vervolging verwezen naar zijn overwegingen in de zaak van een medeverdachte. De Hoge Raad doet heden uitspraak in de zaak van die medeverdachte onder nummer 12/01359, LJN BZ6654.De voormelde overwegingen van het Hof zijn in deze uitspraak weergegeven onder 2.3.
Voorts heeft het Hof in deze zaak ten aanzien van de verdachte nog overwogen:
"Nu uit de stukken blijkt dat de medeverdachte [medeverdachte 13] als bestuurder en enige aandeelhouder de verdachte vertegenwoordigt en de tenlasteleggingen van deze beide verdachten inhoudelijk sterk overeenkomen, is het hof van oordeel dat hetgeen in de zaak tegen de medeverdachte [medeverdachte 13] is overwogen hier onverminderd van toepassing is. Mitsdien dient het openbaar ministerie ter zake van de aan de verdachte ten laste gelegde feiten eveneens niet-ontvankelijk in de vervolging te worden verklaard."
2.4.
Op overeenkomstige gronden als vermeld in het heden uitgesproken arrest in de zaak onder nummer 12/01359, LJN BZ6654, slaagt het middel. De desbetreffende overwegingen luiden als volgt:
"2.4.1. Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat in art. 167, eerste lid, Sv aan het openbaar ministerie de bevoegdheid is toegekend zelfstandig te beslissen of naar aanleiding van een ingesteld opsporingsonderzoek vervolging moet plaatsvinden. De beslissing van het openbaar ministerie om tot vervolging over te gaan leent zich slechts in zeer beperkte mate voor een inhoudelijke rechterlijke toetsing in die zin dat slechts in uitzonderlijke gevallen plaats is voor een niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging op de grond dat het instellen of voortzetten van die vervolging onverenigbaar is met beginselen van een goede procesorde (vgl. HR 6 november 2012, LJN BX4280, NJ 2013/109).
2.4.2.
Zo'n uitzonderlijk geval doet zich voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet nadat door het openbaar ministerie gedane, of aan het openbaar ministerie toe te rekenen, uitlatingen (of daarmee gelijk te stellen gedragingen) bij de verdachte het gerechtvaardigde vertrouwen hebben gewekt dat hij niet (verder) zal worden vervolgd.
Aan uitlatingen of gedragingen van functionarissen aan wie geen bevoegdheden in verband met de vervolgingsbeslissing zijn toegekend kan zulk gerechtvaardigd vertrouwen dat (verdere) vervolging achterwege zal blijven evenwel in de regel niet worden ontleend (vgl. HR 8 mei 2012, LJN BW5002).
2.4.3.
Een uitzonderlijk geval als zojuist bedoeld doet zich ook voor wanneer de vervolging wordt ingesteld of voortgezet terwijl geen redelijk handelend lid van het openbaar ministerie heeft kunnen oordelen dat met (voortzetting van) de vervolging enig door strafrechtelijke handhaving beschermd belang gediend kan zijn. In het geval van een zodanige, aperte onevenredigheid van de vervolgingsbeslissing is de (verdere) vervolging onverenigbaar met het verbod van willekeur (dat in de strafrechtspraak in dit verband ook wel wordt omschreven als het beginsel van een redelijke en billijke belangenafweging). Zoals overwogen in het hierboven genoemde arrest van 6 november 2012 dienen aan het oordeel dat het openbaar ministerie om deze reden in de vervolging van een verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard zware motiveringseisen te worden gesteld.
2.5.
Zijn hiervoor weergegeven overwegingen kunnen het oordeel van het Hof dat schending van het vertrouwensbeginsel en schending van het beginsel van redelijke en billijke belangenafweging ertoe moet voeren dat het Openbaar Ministerie in de vervolging van de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard, niet dragen.
2.5.1.
Indien die overwegingen aldus moeten worden begrepen dat daarin tot uitdrukking is gebracht dat de verdachte, die ervan kon uitgaan dat het plaatselijke gezag bekend was met het stelselmatige overtreden van de in de gedoogvergunning gestelde voorwaarden, aan het uitblijven van bestuursrechtelijke en (in de periode vóór 1 juni 2007) strafvorderlijke maatregelen ter beëindiging van die overtredingen het vertrouwen heeft kunnen ontlenen dat hij ter zake van de in strijd met de gedoogvoorwaarden begane misdrijven tegen de Opiumwet niet zou worden vervolgd, heeft het Hof miskend dat zulk uitblijven van handhavend optreden niet op één lijn kan worden gesteld met een door het Openbaar Ministerie gedane, of aan het Openbaar Ministerie toe te rekenen, uitlating als hiervoor in 2.4.2 bedoeld. Dit wordt niet anders door de enkele omstandigheid dat bij het zogenoemde driehoeksoverleg, waarin het plaatselijke coffeeshopbeleid en de gang van zaken bij Checkpoint werden besproken, ook het Openbaar Ministerie was vertegenwoordigd.
2.5.2.
Voor zover de hiervoor weergegeven overwegingen van het Hof aldus moeten worden verstaan dat de Officier van Justitie niet heeft kunnen verantwoorden dat het belang van de verdachte bij het ontgaan van straf en/of strafrechtelijke maatregelen ter zake van zijn in de tenlastelegging omschreven gedragingen minder zwaar moet wegen dan het belang van strafrechtelijke rechtshandhaving, en de Officier van Justitie met name niet aannemelijk heeft gemaakt dat een aanvaardbaar niveau van rechtshandhaving ook door toepassing van uitsluitend bestuursrechtelijke bevoegdheden bereikt had kunnen worden, heeft het Hof miskend dat het de strafrechter niet vrijstaat om de aan de officier van justitie voorbehouden vervolgingsbeslissing op die wijze ten volle te toetsen. In verband met de ontvankelijkheid van de officier van justitie in een strafvervolging dient de strafrechter immers uitsluitend te onderzoeken of zich de hiervoor in 2.4.3 bedoelde situatie voordoet dat geen redelijk oordelend lid van het openbaar ministerie tot het instellen of voortzetten van die vervolging had kunnen besluiten.
Overigens valt zonder nadere motivering niet in te zien waarom doeltreffend bestuurlijk optreden na 1 juni 2007 slechts mogelijk was geweest indien was voldaan aan het verzoek van de burgemeester van Terneuzen hem in het bezit te stellen van de stukken betreffende het strafrechtelijke onderzoek, en valt evenmin zonder meer in te zien waarom de (plaatsvervangend hoofd)Officier van Justitie onjuist heeft gehandeld door niet aan dat verzoek te voldoen.
2.5.3.
Indien het Hof het hiervoor in 2.4.3 overwogene niet heeft miskend, en heeft beoogd tot uitdrukking te brengen dat de vervolgingsbeslissing in de door het Hof vastgestelde omstandigheden blijk geeft van aperte onevenredigheid, is dat oordeel niet zonder meer begrijpelijk. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het Hof blijkens die overwegingen aannemelijk heeft geacht dat de vervolging van de verdachte onder meer een groot aantal feiten betreft waarop volgens de Opiumwet straffen van aanzienlijke zwaarte kunnen volgen, en in die overwegingen ook besloten ligt dat de verdachte zich ervan bewust was dat de grenzen waarbinnen die gedragingen ingevolge de daartoe strekkende beschikking zouden worden gedoogd, stelselmatig werden overschreden."
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren W.F. Groos, Y. Buruma, J. Wortel en N. Jörg, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juli 2013.
Conclusie 09‑04‑2013
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Checkpoint-zaak. Het middel slaagt op de gronden als vermeld in het arrest onder nummer 12/01359, LJN BZ6654.
Nr. 12/01361
Mr. Machielse
Zitting 9 april 2013
Conclusie inzake:
[verdachte]1.
1. Het gerechtshof te ‘s-Gravenhage heeft het Openbaar Ministerie (hierna: OM) op 2 februari 2012 - met vernietiging van een vonnis van de rechtbank te Middelburg van 25 maart 2010 - niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van verdachte.
2. Mr. J.T.F.M. van Krieken, advocaat-generaal bij het hof, heeft beroep in cassatie ingesteld.
Mr. H.H.J. Knol, eveneens advocaat-generaal bij het hof, heeft een schriftuur ingezonden houdende één middel van cassatie. De cassatieschriftuur is schriftelijk tegengesproken door mr. G. Spong, advocaat te Amsterdam.
3. Onder verwijzing naar mijn conclusie in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 13] (12/01359), welke aan deze conclusie is gehecht, concludeer ik tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing van de zaak naar een aangrenzend hof teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 09‑04‑2013