NJ 1960/68
Zie noot onder het arrest. (Red.).
HR 24-01-1958, ECLI:NL:HR:1958:213, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 januari 1958
- Magistraten
Mrs. Donner, Smits, Boltjes, de Jong en Hülsmann
- Zaaknummer
[24011958/NJ_1960-68]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138015:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1958:213, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑1958
- Wetingang
(BW art. 262.)
Essentie
Zie noot onder het arrest. (Red.).
Partij(en)
X., te Londen, eiser tot cassatie van een arrest van het Hof te Amsterdam, op 18 April 1957 tussen pp. gewezen, adv. Mr. E. Droogleever Fortuyn,
tegen:
Y., echtgenote van eiser tot cassatie, wonende te Heemskerk, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
[p. 145 ►]
De Hoge Raad, enz.;
O. dat uit het bestreden arrest blijkt:
dat bij inl. dagv. van 22 Jan. 1953 Y — de vrouw — een vordering tot echtscheiding tegen X — den man — op grond van overspel heeft ingesteld, welke vordering de man heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.