NJB 2020/1458:Kinderbeschermingsmaatregel. Verzoek om een deskundigenbenoeming. De gecertificeerde instelling verzoekt verlenging van een ondertoezichtstelling met machtiging tot uithuisplaatsing. De moeder verzoekt om drie personen aan te merken als deskundigen als bedoeld in art. 810a Rv en op te roepen om te worden gehoord. Het hof wijst het verzoek van de moeder af en overweegt dat er nog geen deskundigenonderzoek tot stand is gekomen. Hoge Raad: Uitgangspunt is dat een ouder om het in art. 810a lid 2 Rv bedoelde onderzoek kan vragen indien een door of in opdracht van de Raad voor de Kinderbescherming of de gecertificeerde instelling opgesteld onderzoeksrapport voorhanden is. Een uitleg waarbij een ouder nooit om een onderzoek kan vragen zolang niet een zodanig onderzoeksrapport ter tafel ligt, zou echter in sommige gevallen onvoldoende recht doen aan het beginsel van equality of arms. Zo moet een ouder het standpunt van de instantie over de gronden voor en noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel waaraan geen onderzoeksrapport ten grondslag ligt, met toepassing van art. 810a lid 2 Rv kunnen weerspreken indien de instantie afziet van verder onderzoek. Voor een onderzoek op verzoek van een ouder is (nog) geen plaats indien de instantie onderzoek noodzakelijk acht, maar dat onderzoek nog niet heeft kunnen plaatsvinden of nog loopt. Ook indien de rechter ambtshalve opdracht geeft tot (nader) onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming, is voor een verzoek op de voet van art. 810a lid 2 Rv nog geen plaats zolang dat onderzoek niet is afgerond. De beslissing van het hof is hiermee in overeenstemming