NJB 2013/1690
Witwassen. Een veroordeling voor witwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf is ook mogelijk indien het ‘verwerven’ van een dergelijk voorwerp is bewezenverklaard. In casu ontoereikende motivering dat de gedragingen van de verdachte ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp (een geldbedrag)
HR 18-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3302
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, J. Wortel en V. van den Brink
- Zaaknummer
11/05645
- LJN
CA3302
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3302, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3302, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2012
- Wetingang
(Sr art. 420bis en 420quater)
Essentie
Witwassen. Een veroordeling voor witwassen door het voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf is ook mogelijk indien het ‘verwerven’ van een dergelijk voorwerp is bewezenverklaard. In casu ontoereikende motivering dat de gedragingen van de verdachte ook (kennelijk) gericht zijn geweest op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp (een geldbedrag)
Uitspraak
Inleiding:
Ten laste van de verdachte is – kort gezegd – zowel het verwerven als het voorhanden hebben van een geldbedrag bewezenverklaard, terwijl het blijkens de bewijsvoering gaat om geld dat afkomstig is van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.