Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 3.15
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Indien naar het oordeel van de inspecteur niet voldoende zekerheid of informatie is verkregen over de echtheid of de juistheid van de verklaringen, bescheiden of aangiften die ten behoeve van de vaststelling van de douanewaarde zijn overlegd, is deze bevoegd de aangegeven douanewaarde niet te aanvaarden.
2.
De inspecteur behoeft de douanewaarde van ingevoerde goederen niet met toepassing van de methode van de transactiewaarde vast te stellen, indien gerede twijfel bestaat of de aangegeven waarde met de in artikel 3.16 omschreven werkelijk betaalde of te betalen prijs overeenkomt.
3.
Indien bij de inspecteur de in het tweede lid bedoelde twijfel blijft bestaan, stelt hij de betrokkene, desgevraagd schriftelijk, in kennis van de redenen voor die twijfel en biedt hij hem een redelijke gelegenheid daarop te antwoorden.
4.
De vaststelling van de douanewaarde wordt bij beschikking aan de belanghebbende meegedeeld.