Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
Artikel 28 Reikwijdte en definities
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2016
- Bronpublicatie:
30-03-2016, Stcrt. 2016, 15992 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2015/209791)
- Inwerkingtreding
01-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-2016, Stcrt. 2016, 15992 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: IENM/BSK-2015/209791)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
- a.
project: groenproject, zijnde een project waarvoor ingevolge de Regeling groenprojecten 2016, de Regeling groenprojecten buitenland 2002 dan wel de Regeling groenprojecten Nederlandse Antillen en Aruba 2002 een verklaring als bedoeld in artikel 5.14, derde lid, van de wet is afgegeven;
- b.
fonds: groenfonds, zijnde een bank of beleggingsinstelling die voldoet aan de voorwaarden van artikel 5.14, tweede lid, van de wet en die door de inspecteur ingevolge artikel 5.14, eerste lid, van de wet is aangewezen;
- c.
hoofdzakelijkheidscriterium: de voorwaarde inzake hoofdzakelijk als bedoeld in artikel 5.14, tweede lid, van de wet;
- d.
aanloopperiode: de periode, bedoeld in artikel 5.14, vierde lid, van de wet;
- e.
ingroeiperiode: de periode, bedoeld in artikel 5.14, vijfde lid, van de wet.