Invoeringswet Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel XV
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1995
- Bronpublicatie:
30-03-1995, Stb. 1995, 152 (uitgifte: 31-03-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23934 Overheid.nl: 23934)
- Inwerkingtreding
01-04-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-1995, Stb. 1995, 152 (uitgifte: 31-03-1995, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23934Overheid.nl: 23934)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen (V)
1.
Met betrekking tot een personenauto, een bestelauto en een motorrijwiel waarvoor vóór 1 april 1995 een kenteken is opgegeven ingevolge de Wegenverkeerswet of de Wegenverkeerswet 1994 wordt de aanvraag om afgifte van een kentekenbewijs voor het motorrijtuig dan wel om wijziging van de tenaamstelling van het kentekenbewijs wegens wisseling van de houder van het motorrijtuig, aangemerkt als het doen van aangifte in de zin van artikel 17, eerste lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.
2.
De aanvraag om aanpassing van het kentekenbewijs aan een verandering aan een in het eerste lid bedoeld motorrijtuig vóór 1 april 1995 waardoor de belasting hoger of lager wordt, wordt aangemerkt als het doen van aanvullende aangifte in de zin van artikel 17, tweede lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994.
3.
Ingeval op 1 april 1995 de inspecteur bekend is met het feit dat de aanvraag om aanpassing van het kentekenbewijs aan een verandering aan een in het eerste lid bedoeld motorrijtuig waardoor de belasting hoger wordt, achterwege is gebleven, wordt dit aangemerkt als een in artikel 17, derde lid, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 bedoelde constatering van het feit dat voor het motorrijtuig het doen van de aanvullende aangifte achterwege is gebleven.
4.
Met betrekking tot een vóór 1 april 1995 afgegeven kentekenbewijs als bedoeld in artikel 62 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 wordt de aanvraag om de afgifte daarvan aangemerkt als het doen van aangifte in de zin van artikel 65 van die wet.