Rb. Overijssel, 04-02-2020, nr. 8212407 \ CV EXPL 19-7366
ECLI:NL:RBOVE:2020:442
- Instantie
Rechtbank Overijssel
- Datum
04-02-2020
- Zaaknummer
8212407 \ CV EXPL 19-7366
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBOVE:2020:442, Uitspraak, Rechtbank Overijssel, 04‑02‑2020; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 04‑02‑2020
Inhoudsindicatie
Ambtshalve toetsing. Online inkopen. De eisende partij heeft voldaan aan de precontractuele informatieverplichting omdat zij alle verplichte informatie van artikel 6:230m BW op haar website toont ten tijde van de bestelling. Verder heeft zij voldaan aan de contractuele informatieverplichting doordat zij alle verplichte informatie tevens aan de consument verstrekt in het account van de consument. Zonder een account kan er geen bestelling worden geplaatst. Het account wordt aangemerkt als ‘duurzame gegevensdrager’ als bedoeld in artikel 6:230g lid 1 onder h BW.
Partij(en)
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 8212407 \ CV EXPL 19-7366
Vonnis van 4 februari 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOL.COM B.V., gevestigd te Amsterdam,
eisende partij, hierna te noemen Bol,
gemachtigde: GGN Mastering Credit N.V.,
tegen
[gedaagde] , wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 december 2019
- de akte na tussenvonnis van Bol.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1.
Bol heeft gesteld dat [gedaagde] diverse roerende zaken bij haar heeft besteld en dat Bol deze zaken heeft geleverd. Volgens Bol heeft [gedaagde] zestien facturen onbetaald gelaten. Zij heeft dan ook betaling van een totaalbedrag van € 699,43 gevorderd.
2.2.
Bij tussenvonnis van 17 december 2019 is Bol in de gelegenheid gesteld om haar stellingen nader te onderbouwen, in het bijzonder zich nader uit te laten over de wettelijke informatieverplichtingen, onder overlegging van bewijsstukken.
2.3.
Bol heeft gesteld dat er sprake is van een overeenkomst buiten de verkoopruimte en dat zij heeft voldaan aan de wettelijke precontractuele- en contractuele informatieverplichtingen. Zij heeft haar bestelproces nader uiteengezet en daarvoor print-screens overgelegd van een fictieve bestelling. Verder heeft zij gesteld dat na de bestelling een bevestiging van deze bestelling per e-mail aan [gedaagde] is verzonden en dat in deze bevestiging tevens een link is opgenomen naar het account van [gedaagde] , waar [gedaagde] meer informatie over de bestelling zou vinden. Bol heeft een fictieve bevestiging overgelegd.
De wettelijke precontractuele informatieverplichting.
2.4.
Ingevolge artikel 6:230m BW dient de in dit artikel genoemde informatie voor het sluiten van de overeenkomst te worden verstrekt aan de consument. Bol heeft gesteld dat zij deze informatie heeft verstrekt op haar website en in haar algemene voorwaarden, die op de website konden worden ingezien. Ze heeft dit tevens onderbouwd door overlegging van diverse print-screens van de website. De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is gesteld en gebleken dat Bol de wettelijke precontractuele informatie bij de bestellingen die de consument plaatst, verstrekt. Dat Bol niet de print-screens van alle 16 afzonderlijke bestellingen, waarvan zij betaling heeft gevorderd, heeft overgelegd acht de kantonrechter niet nodig. Dit komt omdat Bol heeft gesteld en onderbouwd hoe het bestelproces is ingekleed en welke informatie beschikbaar is op haar website. Deze informatie is dan ook bij elke online bestelling op eenzelfde wijze kenbaar gemaakt.
De wettelijke contractuele informatieverplichting.
2.5.
Omdat de overeenkomst online is gesloten, is deze overeenkomst te typeren als een overeenkomst op afstand. Ingevolge artikel 6:230v lid 7 BW moet de handelaar een bevestiging van de overeenkomst met de informatie als bedoeld in artikel 6:230m BW verstrekken op een “duurzame gegevensdrager” binnen een redelijke termijn na het sluiten van de overeenkomst op afstand. Uit deze bepaling volgt dat een handelaar, wanneer hij vóór de sluiting van de overeenkomst bepaalde informatie ter beschikking van de consument stelt op een andere wijze dan schriftelijk of een andere duurzame drager, verplicht is de relevante informatie schriftelijk of op een andere duurzame drager te bevestigen.
2.6.
Bol heeft gesteld dat zij na de bestelling een e-mail heeft gestuurd waarin ze de bestelling heeft bevestigd en waarin een link is opgenomen naar het account van [gedaagde] . Ter ondersteuning van deze stelling heeft zij een voorbeeld van een dergelijke e-mail overgelegd. De kantonrechter is van oordeel hiermee echter onvoldoende is onderbouwd dat voor al de bestellingen, waarvan Bol betaling heeft gevorderd, een bevestiging is verstrekt aan [gedaagde] . Daarvoor had Bol de daadwerkelijk verstuurde bevestigingen dienen te overleggen.
2.7.
Bol heeft gesteld dat [gedaagde] alleen een bestelling kon plaatsen, indien zij beschikte over een account bij Bol. Verder heeft Bol gesteld dat de wettelijk verplichte informatie tevens te vinden was in het account van [gedaagde] . Zij heeft tevens een print-screen overgelegd van hoe een account eruit ziet en welke informatie te vinden is in dit account.
2.8.
De kantonrechter is van oordeel dat het door Bol bedoeld account is te kenmerken als een ‘duurzame drager’ als bedoeld in artikel 6:230g lid 1 onder h BW. In dit account zijn namelijk alle bestellingen terug te vinden en wordt alle informatie over de bestelling toegankelijk gemaakt voor toekomstig gebruik en blijft deze informatie ongewijzigd.
2.9.
Uit de door Bol overgelegde print-screens blijkt dat de wettelijke informatie van artikel 6:230m BW makkelijk te vinden is onder de diverse kopjes in het persoonlijke account. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Bol de bestelling heeft bevestigd in het account van [gedaagde] , nu volgens Bol geen bestelling zonder een account kan worden gedaan en elke bestelling wordt bevestigd in het account.
2.10.
Het bestelproces en het persoonlijke account zijn geautomatiseerde programma’s waarvan gebruik wordt gemaakt bij elke bestellingen. Voldoende is gebleken dat deze programma’s alle wettelijke verplichte informatie verstrekken aan de consument. De kantonrechter acht het niet noodzakelijk dat dit wordt toegespitst op elke afzonderlijke bestelling, omdat de informatie en de automatisch te nemen stappen niet per bestelling verschillen. Dit is wel anders bij de bevestiging via de e-mail, omdat het hierbij denkbaar is dat – door welke omstandigheid dan ook – de bevestiging niet aankomt of is verstuurd.
2.11.
De kantonrechter is dan ook van oordeel dat Bol heeft voldaan aan haar wettelijke precontractuele en contractuele informatieverplichtingen.
De vordering.
2.12.
De vordering komt de kantonrechter dan ook niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal worden toegewezen.
De proceskosten.
2.13.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. De kosten aan de kant van Bol zijn:
- dagvaarding € 85,18
- griffierecht € 486,00
- salaris gemachtigde € 120,00 (1 punt x tarief € 120,00)
Totaal € 691,18.
3. De beslissing
De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Bol te betalen een bedrag van € 828,10, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 699,43 vanaf 21 november 2019 tot de dag der algehele voldoening,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, aan de kant van Bol tot op vandaag begroot op € 691,18,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2020. (SK)