Einde inhoudsopgave
Regeling groenprojecten 2022
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2022
- Bronpublicatie:
19-04-2022, Stcrt. 2022, 10803 (uitgifte: 28-04-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/51234)
- Inwerkingtreding
01-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2022, Stcrt. 2022, 10803 (uitgifte: 28-04-2022, regelingnummer: IENW/BSK-2022/51234)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Ruimtelijk bestuursrecht / Natuur en milieu
Milieurecht / Algemeen
Energierecht / Algemeen
1.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat kan, in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister voor Klimaat en Energie en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de groenverklaring intrekken indien:
- a.
de ter zake verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste of volledige gegevens bekend waren geweest;
- b.
blijkt dat de uitvoering van het project in aanzienlijke mate afwijkt van de projectbeschrijving op grond waarvan de groenverklaring is afgegeven;
- c.
blijkt dat de projectbeheerder de vermogenstoestand van het project niet afzonderlijk administreert;
- d.
niet wordt voldaan aan de voorschriften die in de groenverklaring zijn opgenomen; of
- e.
niet wordt voldaan aan artikel 10.
2.
Het besluit tot intrekking kan terugwerkende kracht hebben.
3.
Het besluit tot intrekking wordt gezonden aan de aanvrager. Een afschrift van het besluit wordt gezonden aan de projectbeheerder en aan de inspecteur van de Belastingdienst.