Verdrag betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 18-07-1951
- Bronpublicatie:
01-07-1949, Trb. 1979, 79 (uitgifte: 01-01-1979, kamerstukken/regelingnummer: -)
01-07-1949, Trb. 1972, 105 (uitgifte: 13-09-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-07-1951
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-09-1972, Trb. 1972, 105 (uitgifte: 13-09-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
01-07-1949, Trb. 1972, 105 (uitgifte: 13-09-1972, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
1.
Verklaringen gezonden aan de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau overeenkomstig het vierde en vijfde lid van artikel 35 van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, moeten aangeven of de bepalingen van het Verdrag ongewijzigd of gewijzigd zullen worden toegepast in het betrokken gebied; indien de verklaring aangeeft, dat de bepalingen van het Verdrag met wijzigingen zullen worden toegepast, moet deze aangeven waarin die wijzigingen bestaan.
2.
Het Lid, de Leden of de internationale autoriteit wie zulks aangaat, kunnen te allen tijde bij een volgende verklaring geheel of gedeeltelijk afstand doen van het recht zich te beroepen op een wijziging, welke in een vorige verklaring is medegedeeld.
3.
Het Lid, de Leden of de internationale autoriteit wie zulks aangaat, kunnen op elk tijdstip waarop dit Verdrag overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 opgezegd kan worden, aan de Directeur-Generaal een nadere verklaring doen toekomen, waarbij in enig ander opzicht de inhoud van een vorige verklaring wordt gewijzigd en de toestand ten aanzien van de toepassing van dit Verdrag wordt medegedeeld.