RvdW 2018/265
Ten onrechte heeft het hof onderdelen van de verklaring van verdachte, die niet redengevend zijn voor de bewezenverklaring (niet kennelijk leugenachtig), onder de bewijsmiddelen opgenomen. Geen cassatie, nu de bewezenverklaring, indien voormelde onderdelen van de verklaring van verdachte worden weggedacht, zonder meer toereikend is gemotiveerd.
HR 06-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:160
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 februari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/01762
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:160, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑12‑2017
Essentie
Ten onrechte heeft het hof onderdelen van de verklaring van verdachte, die niet redengevend zijn voor de bewezenverklaring (niet kennelijk leugenachtig), onder de bewijsmiddelen opgenomen. Geen cassatie, nu de bewezenverklaring, indien voormelde onderdelen van de verklaring van verdachte worden weggedacht, zonder meer toereikend is gemotiveerd.
Partij(en)
6 februari 2018
Strafkamer
nr. S 17/01762
NA/SK
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 28 juni 2016, nummer 23/002968-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1962.