Einde inhoudsopgave
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Artikel 59 De duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
26-11-2014, Stb. 2014, 504 (uitgifte: 16-12-2014, kamerstukken: 33988)
14-06-2014, Stb. 2014, 216 (uitgifte: 24-06-2014, kamerstukken: 33818)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2014, Stb. 2014, 516 (uitgifte: 18-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
10-07-2014, Stb. 2014, 274 (uitgifte: 17-07-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Mate van arbeidsongeschiktheid
1.
De duur van de loongerelateerde uitkering van de WGA-uitkering is ten minste drie maanden en ten hoogste 24 maanden, te rekenen vanaf de eerste dag waarop het recht op uitkering is ontstaan.
2.
De uitkeringsduur:
- a.
is een maand voor ieder kalenderjaar arbeidsverleden voor zover het arbeidsverleden niet langer is dan tien kalenderjaren; en
- b.
wordt voor zover het arbeidsverleden meer is dan tien kalenderjaren verlengd met een halve maand voor ieder kalenderjaar arbeidsverleden gelegen na 2015 en met een maand voor ieder kalenderjaar arbeidsverleden voor 2016. Bij het berekenen van de uitkeringsduur worden de maanden en de halve maanden bij elkaar opgeteld en wanneer die berekening niet leidt tot een aantal gehele maanden, telt een halve maand voor 15 kalenderdagen.
3.
Indien de duur van het arbeidsverleden gelegen voor 2016 niet louter uitgedrukt wordt in een aantal gehele kalenderjaren, wordt het kwart, halve of driekwart kalenderjaar geacht gelegen te zijn na 2015.
4.
Als de duur van het arbeidsverleden gelegen na 2015 niet louter uitgedrukt wordt in een aantal gehele kalenderjaren, wordt de duur van het arbeidsverleden naar beneden afgerond tot gehele kalenderjaren.
5.
De duur van de loongerelateerde uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt indien de verzekerde onmiddellijk voorafgaand aan deze loongerelateerde uitkering recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, verminderd met de duur van de ontvangen arbeidsongeschiktheidsuitkering, doch bedraagt ten minste een jaar.
6.
De duur van de loongerelateerde uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt verminderd met de duur van de ontvangen uitkering op grond van de Werkloosheidswet of met de duur van het ontvangen wachtgeld indien de verzekerde, onmiddellijk voorafgaand aan de eerste dag van de wachttijd, uitsluitend verzekerd was als gevolg van het van toepassing zijn van de in artikel 58, eerste lid, onderdeel b, c, d, e of f bedoelde situaties. De duur van de loongerelateerde uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt voorts verminderd met de duur van de ontvangen uitkering op grond van de Werkloosheidswet die de verzekerde ontving uit hoofde van dezelfde dienstbetrekking als de dienstbetrekking waaruit het recht op een WGA-uitkering is ontstaan.
7.
De duur van de loongerelateerde uitkering, bedoeld in het eerste lid, wordt verlengd indien als gevolg van de uitsluitingsgrond, bedoeld in artikel 43, onderdeel a, onder 1°, geen recht op een uitkering is ontstaan indien de eerste dag van de wachttijd van dit niet ontstane recht op een uitkering is gelegen voor de dag dat recht op de loongerelateerde uitkering is ontstaan en dit niet ontstane recht op een uitkering tot een langere duur van de loongerelateerde uitkering zou hebben geleid.