NJ 2020/283
Medeplegen van oplichtingen onvoldoende gemotiveerd.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1136, m.nt. W.H. Vellinga
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, A.L.J. van Strien, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
18/00416
- Conclusie
plv. A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Noot
W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS227756:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1136, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:566, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑05‑2019
- Wetingang
Essentie
Bewezenverklaring van vier gevallen van medeplegen van oplichting ontoereikend gemotiveerd nu deze in het bijzonder berust op de vaststelling dat de verdachte de auto heeft bestuurd waarmee de door oplichting verkregen apparatuur is opgehaald.
Samenvatting
Voor zijn oordeel dat sprake is van het onder 2 t/m 5 bewezenverklaarde medeplegen van oplichting, heeft het hof in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte de auto heeft bestuurd waarmee de in de bewezenverklaring bedoelde apparatuur is opgehaald door medeverdachte. Deze omstandigheid is echter, mede in het licht van hetgeen het hof heeft vastgesteld omtrent de gang van zaken bij de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.