Rb. Rotterdam, 25-05-2020, nr. C/10/596441 / FA RK 20-3359
ECLI:NL:RBROT:2020:5524
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
25-05-2020
- Zaaknummer
C/10/596441 / FA RK 20-3359
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2020:5524, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 25‑05‑2020; (Beschikking)
Uitspraak 25‑05‑2020
Inhoudsindicatie
Zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.
Partij(en)
RECHTBANK ROTTERDAM
Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/596441 / FA RK 20-3359
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 25 mei 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende bij Antes, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. P.M. Tillema te Capelle aan den IJssel.
1. Procesverloop
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 13 mei 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater 1] , psychiater, van 30 april 2020;
de zorgkaart van 28 april 2020;
het zorgplan van 29 januari 2020;
de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
het bericht dat er geen relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens voor betrokkene zijn.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 25 mei 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:
betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
[naam arts] , arts en [naam psychiater 2] , psychiater, beiden verbonden aan Antes, locatie Poortmolen.
1.2.
De officier is telefonisch niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.
2. Beoordeling
2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is. Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene verblijft sinds enkele weken vrijwillig in de accommodatie nadat zijn eerdere rechterlijke machtiging afliep. Eerder waren er paranoïde wanen wat resulteerde in (fysieke en verbale) agressie en slechte zelfzorg. Betrokkene verbleef bij zijn grootouders, maar kon daar niet blijven vanwege toenemende agressie waarbij hij zijn grootmoeder op het hoofd heeft geslagen met een tafelpoot. Op dit moment is hij dakloos. Ook was er sprake van achterdocht, desorganisatie en van zorg mijdend gedrag. Het gaat momenteel redelijk goed met betrokkene. Hij neemt zijn medicatie in, maar hij heeft nog geen dagbesteding of eigen woonplek. Er wordt gezocht naar een passende beschermde woonvorm. Door het gebrek aan ziektebesef en –inzicht verwacht de arts dat betrokkene op enig moment stopt met de medicatie zodra hij de accommodatie zonder rechterlijke machtiging verlaat. Er is geen intrinsieke motivatie om zijn behandeling voort te zetten, nu betrokkene van mening is dat hij niet ziek is.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Er is geen ziektebesef en –inzicht bij betrokkene. Op dit moment werkt hij weliswaar mee aan zijn behandeling, maar in het verleden is hij meerdere keren gestopt met het innemen van zijn medicatie met (ernstige) decompensatie tot gevolg. Bij decompensatie is er geen behandelovereenkomst meer mogelijk. Een zorgmachtiging is noodzakelijk om zijn behandeling te kunnen continueren en zodat betrokkene kan doorstromen naar een beschermde voornvorm.
2.2.3.
De rechtbank gaat ervan uit dat de wetgever heeft beoogd dat zorgverlening ter voorkoming van ernstig nadeel mogelijk moet zijn. Uit de toelichting van de wetgever blijkt dat in een zorgmachtiging sprake kan zijn van drie gradaties van verplichte zorg. Allereerst kan de reguliere verplichte zorg opgenomen worden in de zorgmachtiging waarvan de zorgverantwoordelijke steeds gebruik mag maken. Ten tweede kan in de zorgmachtiging worden opgenomen welke zorg in crisissituaties mag worden gegeven – niet te verwarren met verplichte zorg in noodsituaties. Verplichte zorg in noodsituaties komt immers op de derde plaats in het drietrapsmodel. Wanneer de zorgmachtiging niet in de noodzakelijke zorg voorziet, kan in noodsituaties verplichte zorg worden verleend voor drie dagen, waarna een wijzigingsverzoek kan worden gedaan door de officier. Per geval dient te worden beoordeeld welke verplichte zorg continu gegeven mag worden, welke zorg in crisissituaties gegeven mag worden en welke zorg niet wordt opgenomen in de zorgmachtiging en waar slechts in noodsituaties gebruik van mag worden gemaakt.
2.2.4.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden.
‘Reguliere verplichte zorg’ Wanneer het goed gaat met betrokkene, verblijft hij vrijwillig in de accommodatie en neemt hij zijn medicatie vrijwillig in. De verplichte zorg ziet daarom alleen op crisissituaties.
‘Verplichte zorg in crisissituaties’
De arts heeft ter zitting gemotiveerd verklaard dat er sprake is van een voorzienbare crisissituatie waarbij betrokkene verplicht zou moeten worden opgenomen, mede omdat betrokkene in het verleden meerdere keren is gestopt met het innemen van zijn medicatie met opname tot gevolg. In een dergelijke crisissituatie mag binnen de komende zes maanden gebruik worden gemaakt van de volgende vormen van verplichte zorg voor de duur van maximaal zes weken:
het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
het beperken van de bewegingsvrijheid;
het opnemen in een accommodatie.
Een crisissituatie wordt als volgt gedefinieerd. Wanneer betrokkene stopt met zijn medicatie en de afspraken met de (ambulante) zorg niet nakomt zal een toename van de psychotische klachten worden waargenomen. Het inzetten van de bovengenoemde vormen van verplichte zorg in crisissituaties moet noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden. In dat geval kan worden ingegrepen met een klinische opname zodat betrokkene weer adequaat ingesteld kan worden op de medicatie.
Als het gaat om opneming geruime tijd nadat de zorgmachtiging is verleend, moet aan die vrijheidsbeneming een recente medische beoordeling ten grondslag liggen. Het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens verlangt altijd een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek bij vrijheidsbeneming als deze. (zie de nadere uitleg in ondermeer EHRM 24 september 1992, Herczegfalvy v. Austria, 10533/83, r.o. 63 en EHRM 5 oktober 2000, Varbanov v. Bulgaria, 31365/96, r.o. 47). In de praktijk betekent dit dat bij een vrijheidsbeneming van betrokkene na drie maanden vanaf heden de zorgaanbieder opnieuw invoering dient te geven aan een onafhankelijk psychiatrisch onderzoek. Dat mag door de geneesheer-directeur plaatsvinden, op voorwaarde dat hij niet bij de behandeling betrokken is.
2.2.5.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de psychiater tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Voor verplichte zorg waarin deze zorgmachtiging niet voorziet, kan dit slechts in noodsituaties worden toegepast. Dit gaat om incidentele verplichte zorg onder strikte voorwaarden als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
2.2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De advocaat heeft naar voren gebracht dat er een overschrijding is van de termijn van artikel 5:16 lid 1 Wvggz. Sinds de mededeling op grond van artikel 5:4 lid 2 Wvggz zijn meer dan 4 weken zijn verstreken. De advocaat verzoekt daarom om toewijzing van de zorgmachtiging voor een kortere duur. De rechtbank volgt de advocaat in zijn stelling dat sprake is van een forse termijnoverschrijding. Op 11 maart 2020 is besloten om de zorgmachtiging voor te bereiden en vervolgens is pas op 13 mei 2020 het verzoek voor de zorgmachtiging ingediend waaruit de betrokkene kon afleiden dat aan de vereisten was voldaan. Daarmee is de termijn van artikel 5:16 lid 1 Wvggz met ruim 4 weken overschreden. De wet verbindt echter geen consequentie aan het overschrijden van deze termijn. De rechtbank volgt de advocaat niet in zijn verweer dat een overschrijding van de termijn in dit geval zou moeten leiden tot verkorting van de duur van de zorgmachtiging. De stukken die toegevoegd zijn aan het verzoekschrift zijn niet achterhaald en de situatie rondom betrokkene is onveranderd. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om de rechterlijke machtiging toe te wijzen voor een kortere duur. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 6 maanden.
3. Beslissing
De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.4. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 25 november 2020.
Deze beschikking is op 25 mei 2020 mondeling gegeven door mr. B. Krijnen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 29 mei 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend. | ||
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.