Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten
Artikel VI Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1983
- Bronpublicatie:
23-06-1979, Trb. 1981, 6 (uitgifte: 09-01-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1983
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-1983, Trb. 1983, 151 (uitgifte: 20-10-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Soortenbescherming
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Secretariaat houdt, aan de hand van de gegevens die het van de Partijen ontvangt, een lijst bij van de Staten die van het verspreidingsgebied van de trekkende soorten, vermeld in de Bijlagen I en II deel uitmaken.
2.
De Partijen houden het Secretariaat van de trekkende soorten, vermeld in de Bijlagen I en II, ten aanzien waarvan zij zich beschouwen als Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied, op de hoogte. Daartoe verstrekken zij onder meer gegevens over de schepen die hun nationale vlag voeren en die, buiten de landsgrenzen, zijn ingezet voor het onttrekken van dieren aan de populatie van de desbetreffende trekkende soorten en, voor zover mogelijk, over de plannen betreffende toekomstige operaties.
3.
De Partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van trekkende soorten, vermeld in de Bijlagen I en II, dienen de Conferentie der Partijen, door tussenkomst van het Secretariaat en ten minste zes maanden voor iedere gewone vergadering van de Conferentie, op de hoogte te stellen van de maatregelen die zij voor de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag ten aanzien van deze soorten nemen.