RFR 2009, 131
Bopz. Voldoet een geneeskundige verklaring aan eisen van art. 5 lid 1 Wet Bopz als psychiater betrokkene niet heeft ontmoet?
HR 02-10-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ1283
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 oktober 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A. Hammerstein, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
09/02314
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BJ1283
- JCDI
JCDI:ADS873599:1
- Vakgebied(en)
Penitentiair recht (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Personen- en familierecht / Personenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ1283, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑10‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ1283, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑07‑2009
- Wetingang
Wet Bopz art. 5 lid 1
Essentie
Bopz.
Voldoet een geneeskundige verklaring aan eisen van art. 5 lid 1 Wet Bopz als psychiater betrokkene niet heeft ontmoet?
Samenvatting
De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een voorlopige machtiging te verlenen tot opname en verblijf van betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis. Bij het verzoek was een geneeskundige verklaring gevoegd van een niet bij de behandeling betrokken psychiater. Deze heeft betrokkene zelf niet gesproken, ondanks twee pogingen tot huisbezoek. De geneeskundige verklaring berustte op informatie van de huisarts, de behandelend psychiater, de ouders en de politie. De rechtbank heeft het verzoek mondeling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.